Met de coronacrisis zijn veel kleine- en grote landbouwers genoodzaakt geweest om hun groenten en fruit langs wegen en op hoeken van drukke straten uit te stallen voor de verkoop. Dit gebeurde ook toen de verschillende openbare markten werden gesloten om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.
Nu enkele maanden verder sinds de uitbraak van COVID-19 in Suriname is de situatie is ongewijzigd. Integendeel is er een toename van het aantal besmettingen. Ganeshkoemar Kanhai, voorzitter van de Landbouw Coöperatie Kwatta, gevraagd om een reactie geeft aan dat er vanuit het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) regulering moet komen.
Hoewel hij geen voorstander is van het verkopen van groenten en fruit langs wegen, merkt hij op dat dit misschien voor nu wel veiliger is om de verspreiding van het virus te voorkomen. Kanhai zegt dat bij markten grote groepen mensen bij elkaar komen, terwijl langs de straten het een gaan en komen is van consumenten.
Volgens de voorzitter van de coöperatie moet de regulering ervoor zorgen dat groenten en fruit dichterbij de samenleving komen, waardoor burgers geen verre afstanden hoeven af te leggen en zoveel als mogelijk drukte vermijden. Kanhai merkt verder op dat er nog steeds mensen zijn die het niet nauw nemen met de COVID-maatregelen, zoals het desinfecteren van de handen, het houden van afstand en het opdoen van mond- en neusbedekking.
Hij benadrukt dat het bij de landbouw anders gesteld is in vergelijking met andere sectoren. “Groenten en fruit blijven groeien en er moet geoogst worden”, zegt Kanhai. Hij legt uit dat de landbouwers niet kunnen wachten totdat corona voorbij is, om hun groenten en fruit kwijt te raken.
Daarom heeft hij er ook helemaal begrip voor dat er langs de wegen groenten en fruit worden verkocht. Langs de Kwattaweg en het Magentakanaal zetten landbouwers dagelijks hun tentje op. Met een mondkapje op verkopen zij hun goederen. Onder hen bevinden zich ook mensen die vis en garnalen verkopen.