De activiteiten van het Scholingsinstituut voor de Vakbeweging in Suriname (SIVIS) worden geëvalueerd. De minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Rishma Kuldipsingh, heeft onlangs bij een kennismakingsbezoek aan de directie en het personeel van het instituut te kennen gegeven dat ze meer inzicht wil hebben in de scholingsactiviteiten in relatie tot het functioneren van de vakbeweging in sociaal-economische en maatschappelijke processen.
Het doel van dit werkbezoek was om de beleidsvisie en toekomstplannen aan te horen. SIVIS leidt primair vakbondskader op voor het kunnen aangaan van maatschappelijke verantwoordelijkheden.
Uitdagingen
Victor Jones, directeur tevens docent van het SIVIS, heeft het bezoek van de minister op prijs gesteld. Hij gaf aan dat het SIVIS de scholingsarm is van de werkende klasse dat naast de vakbondsgerichte trainingen, ook shopstewards en Human Resource Managementtrainingen aanbiedt aan zowel de georganiseerde als de niet georganiseerde werkende klasse.
Jones zegt dat het SIVIS geen onderscheid maakt tussen werkers. “Wij gaan dwars door de totale samenleving, elke Surinamer moet in de gelegenheid gesteld worden om zich te ontwikkelen,” benadrukt de directeur. SIVIS levert per jaar ongeveer driehonderd cursisten af aan de samenleving. De COVID-19-pandemie heeft uitdagingen met zich meegebracht, waarbij het instituut over moet gaan tot het virtueel verzorgen van de opleidingen en trainingen.
Subsidie
SIVIS is geen overheidsinstelling, maar krijgt periodiek subsidie van het ministerie om de scholingsactiviteiten te kunnen uitvoeren. Het personeel dat bestaat uit ambtenaren is uitgeleend aan het instituut. Vooral tegen deze achtergrond wenst Kuldipsingh de scholingsactiviteiten en de bedrijfsvoering met een vergrootglas te bekijken.
Indien nodig zal volgens haar het SIVIS zijn beleid moeten aanpassen aan de huidige beperkingen, omstandigheden en mogelijkheden. Ze ziet graag dat het instituut zelfvoorzienend wordt. In elk geval mag het SIVIS volgens haar rekenen op ondersteuning in zijn voornemens naar grotere hoogtes.