De voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA), Wilgo Bilkerdijk, is niet blij met de mededeling die president Chan Santokhi gisteren deed. Tijdens de installatie van de Sociaal Economische Raad (SER), zei het staatshoofd dat de regering binnen de SER een plek zal geven aan de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemingen in Suriname (Akmos) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF).
In gesprek met Suriname Herald zegt Bilkerdijk dat de ASFA geen problemen heeft met de toelating van deze twee organisaties binnen de SER. Wel zal de ASFA dan naar het punt toegaan om nog een zetel te eisen binnen de SER, stelt Bilkerdijk.
De wetgeving zal uiteindelijk aangepast moeten worden omdat zowel de KKF als Akmos niet thuishoren in de SER. De Akmos heeft naar zijn zeggen de representativiteit niet om zitting te nemen in dit orgaan. Hij voegt eraan toe dat de ASFA niet oneerbiedig wil zijn naar de Akmos.
Wat wel gevraagd wordt is dat de ASFA een tweede zetel krijgt binnen dit orgaan. Ten aanzien van de KKF liet Bilkerdijk weten dat er niet per se een plek is voor het handelsregister. Het handelsregister is een publiekrechtelijk orgaan dat een werkarm is van de overheid. Indien de overheid een plek wil gunnen aan de KKF is dat geen probleem, maar dan wel als overheidsorgaan.
Gezien de representativiteit van de organisatie is het goed dat de ASFA meer dan één zetel krijgt binnen de SER, aldus Bilkerdijk. Hij zei dat de ASFA deze zaak wel zal blijven volgen. Indien de wetgeving aangepast moet worden moet dat goed gebeuren. De discussie over een tweede zetel voor de ASFA binnen de SER is volgens hem een oude discussie.
De SER is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen (kroonleden) samenwerken, om tot overeenstemming te komen over belangrijke sociaaleconomische onderwerpen. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaaleconomisch beleid. Ook faciliteert de SER akkoorden en convenanten. Daarnaast voert de SER bestuurlijke taken uit om bijvoorbeeld medezeggenschap te bevorderen.