President Chan Santokhi heeft tijdens de presentatie van de financiële stand van zaken vrijdag gezegd, dat er financieel behoorlijk is huisgehouden tijdens de regering-Bouterse. Na de verkiezingen en voor de regeringstransitie is er veel personeel in dienst genomen, soms tegen wurgcontracten. Volgens de president zijn er arbeidscontracten aangetroffen waarbij personen, die aan de vorige regering gelieerd waren, ruim US$ 10.000 per maand verdienen.
Ook hebben deze personen recht op onbeperkt businessclass vliegreizen en daggelden van US$ 400 per dag op reis, met een looptijd van tien jaar en een opzegtermijn van twee jaar, zei president Santokhi.
Hij haalde aan dat toen Desi Bouterse in 2010 aantrad als president, de staat Suriname geen schulden had. In tien jaar regering-Bouterse is er in totaal SRD 45 miljard bij de staat binnengekomen. Desondanks zit ons land nu met een schuld van US$ 4,1 miljard. Met deze bedragen zou Suriname volgens president Santokhi nu een geweldig, prachtig land moeten zijn. “Integendeel zitten we in een enorme financieel-economische crisis en de regering vraagt zich af waar het geld dat de afgelopen tien jaar is binnengekomen, is heengegaan.”
Totale schuld US$ 4,1 miljard
Uitgedrukt in Amerikaanse dollars bedraagt de totale staatsschuld per eind juni 2020 US$ 4,1 miljard. Er zijn vele schulden afgesloten tegen weerzinwekkende voorwaarden en overeengekomen rentepercentages van boven de 13 procent per jaar. Verder zijn de grote inkomstenbronnen van ons land afgegrendeld, zoals die uit de olie- en de goudsector, zodat die ten gunste komen aan de schuldeisers.
President Santokhi merkt tegelijkertijd dat er in de afgelopen tien jaar ook grote inkomsten zijn geweest. De staat heeft belastinginkomsten gehad van SRD 33 miljard. Daarnaast overige inkomsten van SRD 11,8 miljard. Het staatshoofd noemt als voorbeeld Staatsolie, dat de afgelopen tien jaar, US$ 2 miljard aan de staat heeft betaald.
Forse boete
Hij zei verder dat er met verschillende binnen- en buitenlandse aannemers contracten zijn afgesloten die nog steeds lopen. Vaak zijn deze contracten tegen zodanige voorwaarden, dat Suriname niet onder ze uit kan of alleen tegen betaling van een forse boete. De regering heeft bij sommige contracten grote vraagtekens over de hoogte van de bedragen die de staat zal moeten betalen, ten opzichte van de prestaties die door deze firma’s moeten worden geleverd.
Naast de financiële schade zijn, aldus de president, verschillende instituties in ons land uitgehold. Hij zei dat ondanks de hoge inkomsten en de grote leningen er heel weinig geïnvesteerd is in de onderwijssector, de zorgsector, de rechterlijke macht, de politie en veiligheid van de burgers. De armoede en de criminaliteit zijn daardoor enorm gestegen. “De Surinaamse burger heeft als gevolg van het financiële, sociaaleconomisch en maatschappelijk wanbeleid, jaren aan ontwikkeling moeten inboeten,” aldus president Santokhi.