De douane is een belangrijk instrument als het gaat om het vergroten van de overheidsinkomsten. De indirecte belastingen vormen het grootste deel van deze inkomsten. Als het innen van de invoerrechten en accijnzen beter geregeld wordt, dan zullen de inkomsten toenemen. Dit heeft minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning laten doorschemeren tijdens een kennismakingsbezoek, dat hij gisteren heeft gebracht aan het douanekorps.
Er is van gedachten gewisseld over de plannen van het ministerie met de fiscale werkarmen van de overheid. “Het is belangrijk om kennis met elkaar te maken en van elkaar te weten hoe we over bepaalde zaken denken, zodat we op een lijn komen en datgene doen waarvoor we aangesteld zijn,” zei de bewindsman.
Hij gaf aan dat met de unificatie van de wisselkoers ook de douanekoers omhooggaat. Verder zei hij dat er ook gekeken moet worden of er voor het vergroten van de inkomsten aanpassingen van de wettelijke regelingen nodig zijn. Het proces daartoe moet verder gestroomlijnd worden. Zo zal de douane beter gefaciliteerd moeten worden in het kunnen uitvoeren van zijn werkzaamheden.
Minister Achaibersing sprak van een scala aan maatregelen, die moeten worden ingezet zodat het korps zijn werk beter kan doen. Dit moet volgens de wettelijke regelingen waardoor de overheidsinkomsten kunnen toenemen. “De overheid moet krijgen wat haar toekomt,” benadrukte de bewindsman.
Hij onderstreepte dat de overheidsfinanciën veel meer moeten worden. Minister Achaibersing kan zich daarom ook terugvinden in de gedachte van de douane, dat de vrijstelling van producten aan evaluatie toe is. Het korps heeft namelijk kenbaar gemaakt dat de staat op dit stuk tientallen miljoenen misloopt.
“Ik ben het daar helemaal mee eens. In mijn optiek geven we onder deze economische omstandigheden voor te veel zaken vrijstellingen.” Er is reeds opdracht gegeven voor een evaluatie en waar nodig zullen er aanpassingen gepleegd worden, “in alle redelijkheid en billijkheid,” zei de minister.
Hij benadrukte dat de vrijstellingen bedoeld zijn om het productieproces te stimuleren. De regering houdt dit nog steeds voor ogen en gaat niets doen dat het productieproces tegenwerkt. Zij zal dit juist stimuleren.
Echter is het stuk van vrijstellingen volgens minister Achaibersing te breed en wordt ook oneigenlijk gebruikt. Hij zei dat nagegaan moet worden welke goederen aan vrijstelling onderhevig zijn en waarvoor er vrijstelling wordt gegeven. Dit vergt een hele evaluatie waar deskundigen reeds mee bezig zijn.