Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) wil af van het uit het hoofd leren systeem. “Er gaat niet meer uit het hoofd geleerd worden”, legde ze het parlement onlangs voor. De mensen die uit het hoofd leren en afstuderen, zitten vaak genoeg te wachten totdat iemand hen een job aanbiedt. “Die job gaat niet komen”, zegt ze. Zo wil ze entrepreneurschap toevoegen aan het onderwijs zodat personen zichzelf kunnen helpen en zichzelf kunnen bedruipen.
Levens wil eveneens af van het systeem van leerstofgebondenheid onder leerkrachten. Ze merkt dat leerkrachten nog vasthouden aan het afwerken van leerstof. Dit heeft tot gevolg dat de leerlingen pagina tot pagina uit het hoofd moeten kennen. Zo moeten leerlingen uit het hoofd kennen hoeveel modder- en zandbanken voor de kust van Suriname liggen, maar weten niet waarvoor de banken dienen, illustreert de minister.
“We moeten ons onderwijs echt gaan veranderen”, is ze van oordeel. Leerlingen moeten het inhoudelijke begrijpen en als men het niet begrijpt moet men het opzoeken. Ook moeten leerlingen durven vragen te stellen.
De leerlingen die geen zesde klas examen hebben gemaakt, hebben niet verloren, geeft Levens te kennen. Er worden programma’s opgesteld voor hen zodat ze uiteindelijk kunnen inhalen. Volgens de minister hoeven ze niet uit het hoofd te leren. Er is bewust voor gekozen om niet alle vakken te doceren in deze COVID-tijd.
Volgens de bewindsvrouw is er geen ruimte voor alle vakken als de leerlingen maar twee tot drie dagen naar school gaan. Is er voor standaardvakken gekozen die de leerlingen voor de rest van hun leven nodig zullen hebben zoals rekenen en Nederlands.
Ook vindt ze dat een geschiedenisleerkracht haar niet kwalijk moet nemen als ze stelt dat het een stukje makkelijker is voor de leerling als die naar een film kijkt als huiswerk wat betreft een geschiedenisvraagstuk. Het afdraaien van een film voor een betreffend vak op GOV TV en het bespreken op school is volgens de minister ook afstandsonderwijs. Het ministerie zal een aanvang hiermee maken, licht de minister toe.
Vishmohanie Thomas