Jaarlijks komen er meer dialysepatiënten bij, dan dat er dialysecapaciteit aanwezig is. Het is een groot probleem aan het worden, zegt Glenn Uiterloo, bedrijfsleider van het Nationaal Nierdialyse Centrum (NCC), aan Suriname Herald. Dit is volgens hem deels de eigen schuld van de mens die niet gezond genoeg leeft. Om deze snelle groei aan dialysegevallen tegen te gaan, zal er meer voorlichting moeten komen en is preventie ook belangrijk.
Personen zullen bewust een gezondere leefstijl moeten aannemen. De grootste groep dialysepatiënten bestaat uit personen, die hoge bloeddruk en suikerziekte hebben. Uiterloo zegt ook te merken dat deze patiënten in Suriname jonger aan het worden zijn. In het buitenland bijvoorbeeld zijn de mensen rond de 70 jaar wanneer ze beginnen te dialyseren. In Suriname begint het al bij de 50 jaar en soms zelfs jonger. Dat is zorgwekkend, benadrukt hij.
In Suriname zijn er meer dan achthonderd mensen die dialyseren. Het kost veel geld om te dialyseren, voegt Uiterloo eraan toe. De kostprijs van een behandeling is ver boven de SRD 1.000, zegt hij. En op dagbasis worden landelijk ronde de honderdvijftig mensen behandeld. “Dat is SRD 150.000 die we als gemeenschap moeten opbrengen,” zegt hij verder.
Een startpunt is om te beginnen te werken aan onze leefstijl, geeft Uiterloo aan. Op zo’n manier kunnen de kosten bespaard worden. Hij voegt er meteen aan toe dat de groei aan dialysepatiënten niet alleen een probleem is voor de regering, maar van de totale gemeenschap.
Het NNC heeft drie locaties en dialyseert op dagbasis 150 personen. In het weekend worden ongeveer honderd personen behandeld. Het gaat om ongeveer 50.000 behandelingen op jaarbasis die het NNC moet uitvoeren.
“We moeten echt naar onszelf kijken,” is Uiterloo van oordeel. Steeds anderen de schuld geven gaat het probleem niet verhelpen. Ook is hij van mening dat de gezondheidssector onder de loep genomen moet worden. Hierbij moet gekeken worden hoe zaken beter georganiseerd kunnen worden, zodat de toestroom van dialysepatiënten verminderd wordt.
Vishmohanie Thomas