De bushouders die de leerlingen en leerkrachten vervoeren hebben gisteren het werk neergelegd. Ze hebben de bussen niet ingezet, omdat ze vanaf oktober zoals was afgesproken niet zijn uitbetaald. De afspraak was dat de achterstallige bedragen vorige maand uitbetaald zouden worden samen met de zestig procent verhoging. Dit is echter niet het geval. Er is voor geen enkele bushouder gestort.
Antonius Pokie, ondervoorzitter van de Organisatie van Bushouders in Suriname (OBS), zegt in gesprek met Suriname Herald dat zij niet in actie zijn. Het zou gaan om een overmachtssituatie. “We hebben geen geld om de bussen te tanken. Er is niet gehandeld zoals wij hebben afgesproken,” zegt Pokie.
“We zijn gestart met rijden, omdat aan ons is beloofd dat er schot zou komen in de zaak. Vanaf oktober hebben wij problemen gehad met de brandstofverhoging. We zijn gestart met de bedoeling dat de bond verder zou onderhandelen met de ministers van Onderwijs en Transport. Maar het gebeurde alleen met de minister van TCT, omdat minister Levens keer op keer in quarantaine was. We waren iets overeengekomen, zodat we konden ademen, maar nu zien we dat het zo niet werkt,” merkt hij op.
Volgens Pokie zijn de betaalstukken ook al gereedgemaakt, maar hebben zij nog niets op hun rekeningen gezien. Wat de reden is, weet hij niet. In september hebben de bushouders geen loon ontvangen, omdat maar enkele dagen is gereden. “We zijn bereid geweest om de hele maand oktober te rijden en hebben gewacht. De maat is nu vol en de servicestations hebben nu ook problemen, omdat het geld veel is,” zegt Pokie.
Volgens hem moet het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur ervoor zorgen, dat zij hun geld ontvangen. De schoolvervoerders kunnen niet rijden zonder geld. “Als wij vanmorgen merken dat het geld is gestort, dan hervatten wij de werkzaamheden,” zegt hij.
Tot het moment dat dit bericht werd gepubliceerd, hadden de schoolvervoerders nog geen cent ontvangen. Sommige scholen in het binnenland zijn de afgelopen week gestart.
Simone Awanna