De kortgedingrechter Suzanne Chu heeft de vordering in de zaak van ex-vicepresident Ashwin Adhin niet ontvankelijk verklaard. Irvin Kanhai, de raadsman van Adhin, heeft gisteren een kortgeding aanhangig gemaakt voor het lijfelijk in vrijheid stellen van zijn cliënt.
De kortgedingrechter motiveert dat de vordering niet ontvankelijk is verklaard omdat het Openbaar Ministerie (OM) in beroep is gegaan tegen de beslissing van de rechter-commissaris (rc) Siegline Wijnhard. Er is een datum gesteld voor de behandeling van het beroep. De zaak moet vandaag behandeld worden.
Kanhai heeft van de week het verzoek voor de invrijheidstelling ingevolge artikel 54a van het Wetboek van Strafvordering, dat hij eerder heeft ingediend, ingetrokken. Dit heeft hij gedaan omdat de rechter-commissaris vrijdag de inverzekeringstelling van Adhin als onrechtmatig heeft beoordeeld. Volgens de rc moest Adhin in staat van beschuldiging worden gesteld omdat het om een ambtsdrager gaat. Op basis hiervan zou Adhin op vrije voeten moeten zijn.
Dit is echter niet het geval omdat het OM in beroep is gegaan bij het Hof van Justitie, omdat het OM zich niet kan terugvinden in het besluit dat Adhin in staat van beschuldiging gesteld moet worden zoals opgegeven in de Wet in staat van beschuldiging stelling en vervolging politieke ambtsdragers.
Adhin en drie anderen, te weten Vijendra R., Amien D. en Ramon K. werden eerder deze maand aangehouden vanwege medeplichtigheid aan valsheid in geschrifte, verduistering en vernieling van media-apparatuur toebehorende aan de staat Suriname.
Ramon K. is inmiddels op vrij voeten.