Schrijver en musicus Paul Middellijn heeft vandaag aangifte gedaan tegen oud-president Desi Bouterse voor de bedreigende uitspraken die Bouterse vorige week gedaan zou hebben tijdens een bijeenkomst in NDP-partijcentrum Ocer.
Middellijn zegt in gesprek met Suriname Herald, dat hij aangifte doet als individuele burger omdat de procureur-generaal (pg) volgens hem nog niet met een verklaring is gekomen inzake het verzoek van president Chan Santokhi om een onderzoek te doen naar de uitspraken van Bouterse. Middellijn wil dat de pg werk maakt van de zaak.
Hij verwijst bij zijn aangifte, de pg naar passages uit de column die zaterdag op Suriname Herald is gepubliceerd met als titel “Bouterse riskeert zes jaar extra gevangenisstraf” van de columnisten Sunil Sookhlall en Kries Mahabier.
Middellijn zegt dat Bouterse in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP) en in hoedanigheid van ex-couppleger, geweldpleger en status houdende veroordeelde meervoudige moordenaar, uitspraken heeft gedaan die als volgt omschreven kunnen worden: “Men is bezig het volk vijftig jaar terug te werpen. Toen zijn er wapens aan terechtgekomen…..dit soort dingen ga je alleen met wapens kunnen weghalen. En daarvoor zijn de Bouterses, Jules en de Abrahamsen te oud. Of u zult moeten toegeven en voor de rest puppet willen blijven, maar als u daadwerkelijk inhoud wilt geven aan Suriname is voor de Surinamers, dan zullen wij in de bres moeten springen”.
Middellijn noemt de artikelen 169 en 177 van het Wetboek van Strafrecht, die Bouterse overtreden zou hebben. Bouterse zou zich volgens Middellijn schuldig hebben gemaakt aan opruiing en het aanprijzen tot verstoring van de openbare orde.
Hij stelt dat gelet op de bepalingen zoals vervat in artikel 53 van de Grondwet van de Republiek Suriname, de ernst van de door Bouterse gepleegde feiten wordt weergegeven.
Artikel 53 lid 1: De Staat erkent de bevoegdheid van de burgers om politieke organisaties op te richten, behoudens de beperkingen die uit het recht voortvloeien.
Artikel 53 lid 2: Politieke organisaties moeten de nationale soevereiniteit en de democratie respecteren.
Middellijn zegt dat Bouterse feiten heeft gepleegd in de hoedanigheid van voorzitter van de NDP, zonder daarbij te letten op de beperkingen die voortvloeien uit het Wetboek van Strafrecht. Door deze gedragingen heeft Bouterse volgens Middellijn blijk gegeven de democratie niet te respecteren, sterker nog, hij heeft opgeroepen om de democratie niet te respecteren.