Het personeel van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) wil ook in aanmerking komen voor de COVID-toelage van SRD 750. De personeelsbond van het BOG heeft in een brief minister Amar Ramadhin van Volksgezondheid hierover aangeschreven. Het personeel heeft tijdens een vergadering op 18 december een aantal zaken aangehaald dat aangepakt moet worden.
Het personeel van het BOG geeft aan dat de COVID-toelage SRD 750 bedraagt en in de maand december wordt een COVID-19-toelage van SRD 750 uitbetaald aan de zorgsector. Het BOG-personeel is van oordeel dat de COVID-19-toelage uitbetaald moet worden aan alle zorginstellingen die belast zijn met het COVID-19-gebeuren. Dit betekent dat ook het personeel van het BOG in aanmerking moet komen voor de toelage.
De personeelsleden eisen dat zij ook in aanmerking komen voor de COVID-19-toelage aangezien zij ook in aanraking komen met de verspreiding van COVID-19, maar ook tegen de achtergrond dat BOG in de rangorde protocollair een belangrijke zorginstelling is voor wat betreft pandemische gevallen.
Met betrekking tot de beschikkingen van nieuwe medewerkers zijn er een aantal personeelsleden werkzaam op het BOG wiens beschikkingen nog niet in orde zijn. Er wordt daarvoor aandacht van de minister van Volksgezondheid gevraagd. De personeelsleden geven aan dat hun beschikkingen met betrekking tot kledingtoelage en overuren vertraagd zijn op het ministerie. Zij vinden dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd wanneer ze proberen te informeren hoever het staat met hun stukken.
Sinds het aantreden van minister Ramadhin is die niet gekomen naar het BOG voor een kennismaking. De leden ervaren dit alsof zij niet gewaardeerd worden door de minister. Het personeel wil in de komende periode met minister Ramadhin aan tafel zitten om te praten over de verruiming van de vervoers- en kledingtoelage. Dit vanwege de aanpassing van de koers.
Tegen de achtergrond van informatie die de bond heeft bereikt neemt die de vrijheid om Ramadhin aan te geven dat het op dit ministerie uitpuilt van rancuneuze handelingen naar het personeel toe. Er wordt een dringend beroep gedaan op de minister om de cultuur van rancune te verlaten en eensgezind te werken aan de gewenste ontwikkeling.
Vishmohanie Thomas