Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur heeft vandaag op de regeringspersconferentie gezegd, dat het niet definitief is dat de scholen 18 januari opengaan. “We wachten even de maatregelen af in het weekend,” zei de bewindsvrouw.
Ze garandeert dat scholen in elk geval niet meteen open zullen gaan wanneer de mededeling komt dat het onderwijsproces weer mag beginnen. Er worden twee tot drie dagen, na de mededeling, uitgetrokken waardoor personen zich hierop kunnen voorbereiden.
Over de mogelijkheid van digitaal onderwijs, benadrukte de onderwijsminister dat “wanneer iets technologisch mogelijk is, het ook toepasbaar is in het onderwijs.” Volgens Levens is technologisch alles mogelijk. Het probleem is echter dat slechts twintig procent van de onderwijspopulatie in Suriname met de technologie weet om te gaan.
Minister Levens zei verder dat Suriname ongeveer 150.000 mensen binnen het onderwijs heeft, waarvan ongeveer 17.500 in de staf. Het gebruik van digitaal onderwijs gaat daarom nog even duren. In de tussentijd wordt gebruikgemaakt van andere middelen, ook van de technologie waar het mogelijk is. “Maar we laten niemand achter en daarom differentiëren we,” zei de bewindsvrouw, die eraan toevoegde dat van zowel de televisie, radio als alle andere nieuwe vormen van onderwijs gebruik wordt gemaakt.
Zij liet zich ook uit over het afstuderen op de universiteit in deze COVID-19-periode. De universiteit heeft, volgens Levens, voldoende deskundigen die kunnen omgaan met de nieuwe vormen van het afstuderen. Het ministerie houdt zich op dit stuk bezig met de middelbare- en lagere scholen. “De universiteit kan het zelf aan, als het ze niet lukt, gaan we ze wel helpen,” zei minister Levens.