Bij elke behandeling van de verzetzaak in het 8 decemberstrafproces moet ex-president en ex-legerleider, Desi Bouterse, aanwezig zijn, is Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden van de 8 decembermoorden, van mening. Essed zegt dat hij er moet zijn ongeacht als hij aan het woord moet komen of niet. De Krijgsraad heeft volgens hem met zoveel woorden ook die indicatie gegeven, door aan het einde van deze zitting en de vorige op uitdrukkelijke wijze aan te geven dat Bouterse aanwezig dient te zijn.
Excepties
De verzetsprocedure tegen Bouterse is naar 26 februari uitgesteld. Tijdens de zitting heeft auditeur-militair Manro Danning geantwoord op de excepties van de raadsman van Bouterse, Irvin Kanhai. De excepties die Kanhai op 30 november 2020 had opgeworpen hielden in dat de dagvaarding tegen zijn cliënt nietig is. Volgens Kanhai was de dagvaarding, getekend door Danning, als auditeur-militair. Hij was volgens Kanhai niet bevoegd om dat te doen, omdat de vorige auditeur-militair, Roy Elgin, per 13 januari 2020 uit zijn functie is ontlast.
De dagvaarding was gedateerd 27 december 2019. Kanhai liet eveneens weten dat Danning per 13 januari werd benoemd tot auditeur-militair. Op basis hiervan wijst Kanhai erop dat Danning, die als auditeur-militair de dagvaarding heeft getekend, op dat moment geen auditeur-militair was. Omdat er onder een valse hoedanigheid is getekend zou de dagvaarding nietig moeten worden verklaard.
Een andere exceptie die was opgeworpen in de verzetzaak was dat de Krijgsraad onbevoegd is kennis te nemen van deze strafzaak. Volgens hem heeft de Krijgsraad de Amnestiewet buiten toepassing gelaten. Het buitenbeschouwing laten van de Amnestiewet is een competentie van een burgerrechter en geen strafrechtspreker.
Auditeur-militair aan het woord
De auditeur-militair heeft tijdens de zitting te kennen gegeven dat de juiste procedure gevolgd is wat de dagvaarding betreft. Er is volgens hem reeds een aanvang gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de verstekzaak. Hij vraagt zich daarom af hoe de gedaagde niet op de hoogte is van de dagvaarding. Daarnaast heeft de raadsman van Bouterse reeds al verweer gevoerd in deze zaak, waardoor hij van oordeel is dat de dagvaarding wel voldoet aan de gestelde eisen.
Danning vervolgde en liet weten dat de raadsman onjuiste beweringen heeft voortgebracht bij de excepties, waarbij gesteld werd dat er onder een valse hoedanigheid op de dagvaarding is getekend als auditeur-militair. De taak wordt uitgeoefend door de auditeur-militair en zijn plaatsvervanger. Danning heeft de dagvaarding van Bouterse op 27 december 2019 als plaatsvervangend auditeur-militair ondertekend.
Repliek Kanhai
In zijn repliek zei Kanhai dat de auditeur-militair opnieuw een poging heeft ondernomen om de wet op zijn kop te zetten. De vervolgingsambtenaar stelt geheel in strijd met de waarheid dat hij als plaatsvervangend auditeur-militair het bescheiden op 27 december 2019 heeft getekend. Volgens hem ontbreken de woorden “PLV” (plaatsvervangend) in de bescheiden die aan zijn cliënt zijn uitgereikt.
De auditeur-militair heeft twee weken de tijd om te reageren op de repliek van Kanhai. Deze zal hij schriftelijk moeten opsturen naar de Krijgsraad en de raadsman van Bouterse. Kanhai zal op 26 februari voor het laatst antwoord kunnen geven op wat de auditeur-militair heeft gesteld in zijn schriftelijk verweer.
Essed geeft aan dat de Krijgsraad op 26 februari geen beslissing zal nemen over de excepties die opgeworpen zijn in de verzetzaak in het 8 decemberstrafproces. Hij verwacht dat de rechter pas in maart een beslissing zal nemen over de vraag als de excepties gegrond of ongegrond zijn en dan wel of niet aangenomen worden of verworpen.
Vishmohanie Thomas