“Onderwijs ligt op de Intensive Care en wel bijna aan een beademingsapparaat,” zei VHP-parlementariër Reshma Mangre gisteren tijdens de behandeling van de ontwerpwet houdende wijziging van de Wet uitvoering burgerlijke uitzonderingstoestand. De scholen zijn vanwege COVID-19 gesloten en er wordt gedaan aan afstandsonderwijs. Er is zoveel bezorgdheid in de samenleving over onderwijs en het komt niet alleen uit de hoek van de leerkrachten, maar ook van ouders, verzorgers, onderwijskundigen en anderen.
Ze beseft dat het geen makkelijke taak is voor het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC), maar dan nog vraagt zij dat er een actieplan komt vanuit het ministerie zodat men weet naar welke richting het ministerie koerst. Zolang er geen duidelijk plan is gaat er volgens Mangre ruis blijven bestaan, dus ook vanuit het onderwijsveld.
De parlementariër zei verder dat de evaluatie van het vorig schooljaar ontbreekt, waardoor men nu kan zien wat het vertrekpunt zou kunnen zijn. “Wat is goed gegaan, wat is minder goed gegaan, wat moeten we verbeteren en waarom moeten we het verbeteren,” zijn vragen die beantwoord moeten worden om onderwijs te kunnen blijven garanderen.
Mangre gaf aan dat op veel scholen er online lessen worden verzorgd. Ook verwees ze naar wat MinOWC eerder heeft aangehaald, dat online lessen niet verplicht mogen worden. In de praktijk blijkt dat er uitsluitend gebruik wordt gemaakt van online lessen.
Volgens Mangre moet juist nu voorkomen worden dat de gap groter wordt tussen de groep leerlingen die in een vooruitgeschoven positie zit en online lessen krijgt en de groep leerlingen die wordt uitgesloten. Die gap mag niet groter worden. Op het vwo, havo en Natin worden online lessen verzorgd, merkte Mangre op. Op de basis- en voj-scholen is dat minder.
Vishmohanie Thomas