De verlenging van de burgerlijke uitzonderingstoestand met nog twaalf maanden gaat niet gepaard met meer geld. De regering heeft SRD 1,5 miljard ter beschikking gekregen voor de COVID-19-aanpak. De Nationale Assemblee (DNA) heeft geen verzoek gehad om meer geld ter beschikking te stellen. Er is op 26 oktober 2020 vanuit de Centrale Bank van Suriname (CBvS) een overmaking gedaan van SRD 250 miljoen naar het COVID-19 Noodfonds.
Van de SRD 250 miljoen is een saldo van SRD 183,5 miljoen over in het COVID-19 Noodfonds, hield minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning het parlement voor. Achaibersing gaf aan dat het college een financieel verslag heeft gekregen, waarin alles is opgenomen tot en met 28 augustus 2020. De minister heeft eveneens een overzicht van de gemaakte uitgaven, overhandigd aan het parlement. Het overzicht loopt tot 14 januari.
De ontwerpwet houdende wijziging van de Wet uitvoering burgerlijke uitzonderingstoestand is zaterdagochtend na een marathonvergadering aangenomen met algemene 44 stemmen. De burgerlijke uitzonderingstoestand is verlengd met twaalf maanden en geldt tot 7 augustus 2021.
De financiënminister gaf aan dat het parlement de begroting van de SRD 1,5 miljard wel heeft gehad door het zelf te presenteren op 30 september 2020 in DNA. Hij voegde meteen eraan toe verzuimd te hebben om een hard copy hiervan achter te laten voor het parlement. “Het is wel geprojecteerd,” zei hij.
Srefidensi- en Owru Yari-bonus
Hij gaf verder aan dat er terecht gevraagd is waarom de Srefidensi-bonus van SRD 300 nog niet is uitbetaald. Achaibersing legde uit dat er vertraging is opgetreden in dit proces. Eerder werd bekendgemaakt dat de mensen die zich daarvoor hadden geregistreerd in januari zouden ontvangen. Het gaat eveneens om de Owru Yari-bonus van SRD 300. Het bestand van personen moest gecontroleerd worden en dat heeft meer tijd in beslag genomen, legde de minister uit.
“De opdracht ligt bij de bank om de bedragen uit te betalen,” zei hij. De opdracht ligt bij de Surinaamse Postspaarbank (SPSB). De bewindsman verzekerde dat het geld voor de uitbetaling van de uitkeringen er is. Het is een kwestie van distribueren. Hij verontschuldigde zich voor het feit, dat het even geduurd heeft. “Wanneer ik beloofd heb dat ik ga uitbetalen, dan doe ik dat ook,” aldus Achaibersing.
Vishmohanie Thomas