“Door de mishandeling van de politie kan ik niet goed meer zien. Ik heb verschrikkelijk veel pijn in mijn rug en benen. De politie moet mij vergoeden, omdat ze mijn lichaam heeft beschadigd,” zegt Milton Dobai in gesprek met Suriname Herald. Dobai en vijf neven van hem zijn op 26 februari door leden van het Arrestatieteam mishandeld te Gakaba, een dorp aan de Marowijnerivier.
Dobai geeft aan dat hij in dienst is van de Beveiliging- en Bijstandsdienst Suriname (BBS) en is niet te spreken over het politieoptreden op die bewuste dag. Hij zegt dat hij naar het binnenland was vertrokken met de bedoeling een aantal boten te brengen naar het toeristenoord, dat door zijn neven wordt gerund.
Op die bewuste dag hadden zij een wandeling gemaakt in het bos waar het toeristenoord is. “We zagen toen een paar mannen daar werken en hebben aan ze gevraagd wat ze daar deden. Er is toen aangegeven, dat ze daar zijn geplaatst door een man ‘Koyo’ genaamd, om aan goudwinning te doen. We hebben toen aan de medewerkers gevraagd om hem te bellen, om te kunnen vernemen wie ze toestemming heeft gegeven om daar aan goudwinning te doen,” zegt hij.
Mishandeling
“De locatie is van ons, is onze kostgrond. Ik heb aan ze gevraagd om uit mijn kostgrond te gaan, omdat die geen locatie is om aan goudwinning te doen. Het is onze plek waar wij planten. Ze hebben toen gebeld met ‘Koyo’ en die gaf aan dat we een uurtje moesten wachten. We hebben tot laat in de middag gewacht, maar hij kwam niet.”
Voordat ze de plek verlieten hebben zij drie dakzeilen verwijderd en aan de mannen meegedeeld, dat ze alles onmiddellijk moesten opruimen. “We zijn toen vertrokken naar het dorp Tabiki om de kapiteins op de hoogte te stellen van de activiteiten die gaande zijn in ons gebied,” legt Dobai uit.
Op de terugweg kwamen we die ‘Koyo’ op de rivier tegen samen met het arrestatieteam. “Ze hebben aan ons gevraagd om te stoppen en dichterbij te komen en men begon toen schoten te lossen en tegelijkertijd ons te slaan met de dienstwapens. Ze hebben me toen vastgehouden en in de boeien geslagen. De boot is toen gebracht naar Kapasi tabiki en daar hebben ze ons weer mishandeld. We lagen uren tot de volgende dag in het zand. Mijn tante hoorde van het geval en belde naar Paramaribo, maar de politieagent ‘Skolari’ hield haar tegen.”
Beklag
Volgens Dobai werden zij naar Paramaribo overgebracht met het vliegtuig, waar zij zijn gebracht naar de basis van het arrestatieteam aan de Tibitistraat. Ook daar moesten de mannen in het zand zitten. Vervolgens zijn de mannen gebracht naar het politiebureau Richelieu, waar zij werden verhoord en voorgeleid. “We mochten naar huis van de inspecteur. Ik heb aan hem gevraagd wat de reden is van het optreden, maar hij kon die niet aangeven.”
Na de vrijlating zijn de mannen naar de afdeling OPZ geweest om hun beklag te doen. “Ze hebben ons aangehoord en ook een briefje gegeven, maar tot nu toe hebben we niet vernomen wat de reden is. Mijn wapen is in beslag genomen, mijn jachtgeweer en andere persoonlijke spullen ook en ik wil ze terug,” zegt Dobai.
Politiewoordvoerder Rachelle Deekman om een reactie gevraagd over deze kwestie, geeft aan dat het om een melding van beroving gaat, waarbij er gebruikgemaakt is van een jachtgeweer en een pistool. Er is op het water nog geprobeerd om de politie aan te vallen. “De politie heeft hardhandig moeten optreden. U begrijpt dat de politie in dit geval niet met fluwelen handen te werk gaat,” aldus de hoofdinspecteur van politie.
Simone Awanna