Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) heeft bij diverse gelegenheden aangegeven, dat de traditionele zesde klas toets vanaf dit jaar niet meer zal worden afgenomen. Het Examenbureau is volgens de bewindsvrouw bezig met het ontwerpen van standaard testverslagen, zogenaamde rubrics. Dit bureau zal ook meehelpen om leerkrachten van leerjaar acht (zesde klas) te trainen. Deze informatie heeft minister Levens onlangs gedeeld met schoolleiders en leerkrachten.
In een persbericht schrijft het ministerie dat minister Levens en haar staf goed contact hebben met het onderwijsveld. Tijdens de onlangs afgelegde bezoeken van de minister aan verschillende scholen heeft zij aangegeven, dat de zesde klas toets kinderen selecteerde op een klein moment in hun leven. Er wordt nu gekozen voor meerdere testen per jaar, die vertellen waar het kind meer hulp nodig heeft. “Als we vaker testen in elk leerjaar, dan kunnen we op tijd hulp bieden zodat het kind verder kan. Die testen, zeg maar repetities nieuwe stijl, worden door het Examenbureau afgenomen,” zegt Levens.
De onderwijsminister is ook ingegaan op het zittenblijven. Volgens haar is dit geen optie meer, want er wordt gewerkt met voortgangsrapporten. “Dit betekent dat elk kind moet vooruitgaan en niet achteruit. Elk kind moet voortgaan, doorgaan binnen zijn eigen niveau en eigen tempo, eigen capaciteiten en eigen talenten. De ontwikkeling/vordering van het kind wordt vastgelegd in een voortgangsdocument. Sommige kinderen zullen daardoor de lagere school iets sneller afmaken en anderen iets langzamer, maar ze gaan voort.”
Het ministerie wil ook niet meer, dat er uit het hoofd wordt geleerd. Waar het nu om gaat is zinvol leren, waarbij het kind leert om de verkregen kennis toe te passen in het dagelijks leven. Ook de cijfers vertellen volgens de minister en haar staf veel te weinig. Het cijfer zegt nog niet welk onderdeel van het vak het kind wel of niet goed begrijpt. Daarom wordt voorgesteld te werken met een voortgangsrapport.
In dit rapport kan worden aangegeven welke onderdelen van het vak voldoende begrepen worden en welke meer aandacht nodig hebben. De leerkrachten kennen het observatieschrift al. Het voortgangsrapport is iets uitgebreider, dan het observatieschrift dat ze voor elke leerling al hebben. Geen drastische wijziging dus. De onderdelen waarin het kind zwak is worden genoteerd, zodat elke leerkracht weet hoe het kind te helpen die gap weg te werken.
Geen drop-outs meer
Een van de veranderingen is dat er geen drop-outs meer mogen zijn. Kinderen mogen niet achtergehouden worden, want doordat kinderen blijven zitten komen veertien- en vijftienjarigen samen met negenjarigen in een klas te zitten. “Dit is niet gezond en pedagogisch en psychologisch niet verantwoord,” stelt MinOWC. Op twaalfjarige leeftijd moet ieder kind al van de huidige lagere school weg zijn, is de zienswijze van de departementsleiding. “Laten we nadrukkelijk zoeken naar hun talenten en deze talentvolle kinderen laten groeien.”
Het oude traditionele zesde klas examen bepaalt waar het kind naar toe moet. Met cijfers van een moment, cijfers die niet voldoende vertellen wat het kind wel of niet kan, met die cijfers dirigeren wij de kinderen terug naar de zesde klas, het lbo of mulo.
“Waarom moeten wij bepalen waar het kind naartoe moet, terwijl het kind op dat moment niet eens beseft wat er om hem heen gebeurt. Deze uitslag van het moment is wel bepalend voor de rest van het kind zijn leven. Daarom is het voorstel om het kind de kans te geven zich in twee brugjaren na de zesde klas te oriënteren. Laat het kind groeien in die twee jaren en kennis maken met verschillende mogelijkheden,” schrijft het ministerie.
Mogelijkheden
Er zijn diverse mogelijkheden na de zesde klas. Het gaat om mulo A (profiel handelswetenschappen), mulo B (wis- en natuurkunde), mulo C (ICT en talen, want de driejarige havo kent dit en onder andere het IOL en PTC hebben die studierichtingen), mulo D (profiel kunst, muziek en cultuur, want er zijn zelfs studierichtingen op onder andere AHKCO in die richtingen, die nu aan het profiel van mulo D vorm helpen geven).
Na de lagere school kan ook heel bewust voor bouwkunde, elektrotechniek en vele andere technische beroepen worden gekozen. Twee jaar na de zesde klas kiezen de kinderen bewuster, vindt de departementsleiding. Ze zijn dan al dertien of veertien.
De schoolleiders waren volgens MinOWC zeer blij dat ze uit de eerste hand deze informatie mochten vernemen. Volgens hun zijn het geen drastische vernieuwingen en wordt veel herkend. De vernieuwing sluit naadloos aan bij wat nu al gebeurt op hun scholen.
De eerstvolgende werkvergadering van de minister en haar team is met schoolleiders en leerkrachten in het binnenland. Deze zal direct na de paasvakantie plaatsvinden.