De regering werkt heel hard, maar ze werken als een ‘bulldozer’, want die schuift alles netjes voor zich uit. Helaas ziet de bevolking dat het ‘hard werken’ aan de top rijkelijk wordt beloond maar dat er aan de basis bitter weinig wordt gemerkt, stelt de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in haar economistenblad Inzicht. De oproep van de VES naar de regering is: “Het roer moet om: nu en niet morgen!”
Alle uitgaven uit het COVID-fonds, ruim meer dan SRD 250 miljoen, zijn volgens de VES monetair gefinancierd en komen niet uit besparingen die uit de begroting komen. Dit heeft de afgelopen periode mede de koers omhooggestuwd en daarmee ook de prijzen voor het volk.
Ook de ‘vrijgemaakte’ SRD 100 miljoen voor de bestrijding van wateroverlast, die volgens de minister van Openbare Werken uit het COVID-fonds komt, drukt de koers naar boven en verhoogt de inflatie. Ook de bron van de beloofde SRD 50 miljoen voor de agrariërs is tot op heden een van de best bewaarde geheimen, geeft de VES aan.
President Chan Santokhi heeft eerder aangegeven, dat uiterlijk 9 juni er een financiële injectie zal worden gegeven aan de samenleving. De VES is voorstander van het versterken van de koopkracht, maar dat kan alleen gedaan worden met structurele economische verbeteringen en niet door lapmiddelen.
De eerdere lapmiddelen als de Srefidensi bonus, de Kerstbonus en de teruggave van governmenttake staan VES nog vers in het geheugen. Heeft het de samenleving geholpen, vraagt de VES. Integendeel heeft de VES gemerkt dat de samenleving de afgelopen tien maanden, elke maand drie procent armer is gemaakt en het einde is helaas nog niet in zicht.
Volgens de VES houdt goed bestuur in dat het verkeerde spoor wordt verlaten en alle bestuurlijke maatregelen te baseren op universele economische wetmatigheden. “Dat is het goede bestuur dat deze coalitie ons heilig heeft beloofd en waar wij ook recht op hebben,” benadrukt de VES. Zij verduidelijkt dat alle maatregelen die financieel-economisch verantwoord zijn, welkom zijn.
Vooral de maatregelen die zorgen voor verlichting van de financiële druk, specifiek van de meest kwetsbaren. “Maar vanwaar komen de middelen? Waarop gaan we bezuinigen of gaan we voorschotten of leningen aantrekken om dit te kunnen betalen. Of zal het inflatoir worden gefinancierd? En hoe rechtvaardig gaan ze worden verdeeld. Zullen de niet-ambtenaren deze keer wel in de prijzen vallen?” zijn de diverse vragen die de VES stelt.