“San e psa ini na kondre disi? Mi no man moro,” is de wanhopige kreet van een burger die te horen kreeg dat vier matige boulangers SRD 50 kosten. Hoofdschuddend keek hij nu naar een hoop sopropo. Hij vroeg de standhouder van een stand aan de Kwattaweg wat die kost. “SRD 60 een hoop”. “Mi Gado,” is wat hij erop te zeggen had. De standhouder keek hem aan en legde uit dat het niet aan hem lag dat de prijzen van groenten zo hoog zijn. Zelf koopt hij die heel duur op.
Meerdere personen die bij de groentenstand stonden, staken hun meningen niet onder stoelen of banken. Een man heeft slechts een bosje kousenband van SRD 25 gekocht. Mopperend hield hij een vrouw voor dat hij het bedrag moest betalen, want ‘geld kan je niet eten’. Hij zal die wel klaarmaken met wat worstjes. Het gaat er nu om dat hij wat kan eten. Zijn intentie was natuurlijk om meer groenten te kopen, maar met de prijslijst die hij heeft gezien, zag hij ervan af.
Vier stuks bacoven van SRD 5, prei en soepgroenten van SRD 10 en vier stuks peper voor SRD 10, waren de enigste betaalbare producten bij de groentenstand. “SRD 25, mevrouw”, is het antwoord dat een vrouw krijgt als ze vraagt wat een hoop van vijf okers kost. Meteen trok ze een gezicht op en keek verder. Uiteindelijk koos ze ervoor om een pak bonen van SRD 30 te kopen.
“Wo set’ en,” dat is ons voorgehouden zei ze nogal boos. Ze maakte duidelijk dat ze niets ervan merkt. Integendeel is het veel erger geworden en de verschillende personen bij de stand knikten allemaal mee. De standhouder liet duidelijk blijken hun gemoedstoestand te begrijpen, maar hij koopt slechts groenten op. Met een zucht vervolgden de personen hun weg.