Leerkrachten die onderwijs verzorgen in rampgebieden zijn door minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) teruggehaald naar Paramaribo. “Het is een zee om de mensen heen en wij moeten ervoor zorgen, dat zij niet ziek worden. Als het water wordt gecontamineerd door de toiletten, is dat een beetje gevaarlijk voor de gezondheid en ook niet veilig,” merkte de bewindsvrouw op.
De minister heeft op het vliegveld Zorg en Hoop de onderwijsgevenden opgewacht samen met enkele onderdirecteuren en staf van het departement. Raadsadviseur tevens NPS-voorzitter Gregory Rusland was ook aanwezig. Het onder water lopen van het binnenland is volgens minister Levens een van de redenen waarom dat gebied een nog grotere achterstand heeft in het onderwijsproces.
De scholen in Marowijne zijn aan het begin van dit schooljaar ook veel later gestart met het onderwijsproces. “We zijn ook te laat in Marowijne begonnen en deze wordt de tweede grote achterstand. Wij gaan het jaar afsluiten voor alle mensen waarvoor het aanvaardbaar is,” merkt de onderwijsminister op. Uit de dorpen Manlobi, Goninikriki-mofo en Stoelmanseiland zijn er twaalf leerkrachten en zeventien leerlingen naar Paramaribo gehaald.
“Ik zal samen met de leerkrachten zitten om te kijken hoe we dit probleem zullen oplossen. Het is een tweede slag voor Marowijne en Sipaliwini. In oktober toen de school begon was het gebied afgesloten vanwege het hoge aantal COVID-19-gevallen. We konden toen niet samen beginnen en zullen nu kijken hoe de kinderen geholpen kunnen worden. Ik wil de zaak even laten totdat eenieder tot rust is gekomen,” laat minister Levens weten.
De bewindsvrouw heeft ook een bezoek gebracht aan de scholen in het district Brokopondo, die onder water zijn gelopen.
Simone Awanna