Medialieden worden omgekocht door hen te accommoderen bij onder andere Raden van Commissarissen (RvC) van staatsbedrijven. Van de media komen steeds meer berichten hierover, deelde NDP-parlementariër Ashwin Adhin vandaag in het parlement mede tijdens de behandeling van het Herstelplan en de staatsbegroting 2021. De voorzitter van de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ), Carla Boetius, zegt tegenover Suriname Herald geen meldingen of klachten hierover te hebben ontvangen.
Volgens Adhin krijgen personen in de media lucratieve contracten en jobs aangeboden welke een levensgroot gevaar vormen voor de onafhankelijke media. Hij vraagt aandacht hiervoor en wil dat er meer politiek fatsoen komt. “Laat de media ook met rust”, is zijn oproep aan de regering.
Boetius is van oordeel dat Adhin geen ongefundeerde uitspraken moet doen in het parlement. Als de parlementariër bewijzen heeft, moet hij die op tafel leggen. “Je kan niet lopen schreeuwen dat journalisten omgekocht worden en je hebt het bewijs niet”, zegt Boetius. Hij is een politieke leider en hij moet mensen in de juiste richting leiden en de stukken overleggen aan de SVJ. Wanneer Adhin dat doet zal de SVJ het verder oppakken, zegt Boetius.
De uitspraak van Adhin dat medialieden omgekocht worden, kan volgens Boetius niet ertoe leiden dat de samenleving gaat twijfelen aan de informatie van de mainstream media. Mediabedrijven en media-eigenaren weten hoe het eraan toe gaat in de democratie. In een democratische samenleving mag eenieder zijn of haar mening geven. Met de komst van sociale media kan nu eenieder iets posten, schreeuwen en roepen. Soms kan men niet eens maatregelen daartegen treffen.
Boetius geeft aan dat men niet eenieder over één kam moet scheren. Er zijn hele integere journalisten en mediawerkers. De media-eigenaren weten hoe integer hun personeel is. Met dat in gedachte weten ze hoe ze met hen omgaan. Ze raad Adhin aan om gewoon de nodige stukken beschikbaar te stellen waarin te zien en na te trekken is hoe journalisten omgekocht zijn.
Vishmohanie Thomas