De partij voor Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) geeft de regering-Santokhi een dikke onvoldoende. Dit stelt BEP-voorzitter Ronny Asabina in gesprek met Suriname Herald. “Wij kunnen niet zeggen dat de regering stappen vooruit heeft gemaakt, integendeel.”
Asabina geeft aan dat de regering beoordeeld kan worden aan de hand van zaken die beloofd zijn aan het volk. Volgens de BEP-voorzitter zijn vele van deze zaken vastgelegd in beleidsdocumenten zoals het regeringsakkoord, alsook de jaarrede van president Chan Santokhi.
Zo heeft de president tijdens zijn jaarrede in De Nationale Assemblee de doelen van zijn beleid in termijnen uiteengezet. In zijn jaarrede heeft Santokhi zijn beleid uiteengezet in de urgentiefase, de stabilisatiefase en de groeifase. Asabina haalt aan dat de president had aangegeven dat de urgentiefase slechts negen maanden zou duren.
Ook zou de COVID-situatie ingedamd worden. Bij het uitvoeren van beleid, zouden deze uitgevoerd worden op basis van gezonde normen en waarden.
“Friends and family”
Asabina is de mening toegedaan dat de regering-Santokhi gekenmerkt kan worden als een regering die “friends and family” accommodeert. Ook wordt er een “names and faces” politiek gevoerd. Dit is in strijd met wat de regering het land en volk, beloofd heeft.
Kijkende naar de COVID-situatie vóór en na het aantreden van de huidige regering, deelt hij de mening dat de regering de COVID-situatie niet onder controle heeft. “Wij zijn overgestapt van code geel naar code zwart. Ook op het gebied van COVID-beheersing is men geen stappen vooruitgegaan,” meent het assembleelid van de BEP.
Kijkende naar de armoedebestrijding wordt volgens de volksvertegenwoordiger van Brokopondo ook geen succes geboekt. “Wij zien dat de koopkracht systematisch is afgenomen.” Asabina vraagt zich af waar het sociaal vangnet is, dat was beloofd aan het volk.
Sjovellie Amoksi