De staatshoofden van Suriname en Guyana hebben gesproken over de stand van zaken met betrekking tot de bouw van de brug over de Corantijnrivier. President Chan Santokhi zei op een persconferentie eerder vandaag, dat reeds acht bedrijven hun interesse hebben getoond voor de bouw. “Nu moeten we naar de volgende stap.” De oeververbinding moet zorgen voor andere trajecten in het West-Surinamegebied. Het staatshoofd zei dat slechts de projectdossiers erbij gehaald moeten worden.
De brug zal volgens de president zorgen voor ontwikkeling waaronder gasproductie en goedkope energie. Vandaar dat de oeververbinding op de juiste hoogte gebouwd moet worden, zodat de schepen voor doorvoer tussen beide landen zich makkelijk kunnen verplaatsen.
De maritieme autoriteiten van beide landen zullen hierover met elkaar van gedachten wisselen. Binnen vier weken moet het resultaat van de gesprekken binnen zijn. “De Corantijnbrug is niet alleen voor personen en goederen. Die zal een zeer belangrijke rol vervullen aan de westelijke zijde.
De president zei verder dat goedkoop gas uit Guyana en Suriname gezamenlijk geëxporteerd zal worden. Er zal daarom een pijplijn worden getrokken naar het westen. Met het westerbuurland zal de bauxietsector opnieuw opgestart worden. Er is met Brazilië hierover ook overleg geweest. Een Braziliaanse delegatie komt naar Suriname om verder hierover te praten.
Naomi Hoever