Tijdens de behandeling van de wijziging van ‘het Decreet Beginselen Grondbeleid en Decreet Uitgifte Domeingrond’ heeft VHP-assembleelid Radjendre Debie aangegeven eens te zijn met de strekking van de wijzigingen ingediend door de initiatiefnemers voor beide wetten. In de Wet beginselen grondbeleid wordt het begrip ‘blote eigendom’ geïntroduceerd.
Ook bij de wijziging van de Wet op decreet uitgifte domeingrond worden de begrippen ‘blote eigendom’ en ‘volle eigendom’ op Domeingrond geïntroduceerd. Volgens de wijziging is de minister bevoegd, met toestemming van de regering, in eigendom over te dragen:
a. De blote eigendom op domeingrond;
b. De blote eigendom of de volle eigendom op domeingrond aan een persoon of rechtspersoon;
c. De volle eigendom.
In de memorie van toelichting die ook een wezenlijk onderdeel vormt van de wet worden deze begrippen als ‘eigendom’, ‘blote eigendom’ en ‘volle eigendom’ verder uitgebreid met ‘volledige eigendomsrecht’ zonder te verklaren wat deze begrippen inhouden en betekenen voor de gewone burger. “Ik moet u eerlijk bekennen dat het ook niet duidelijk is voor mij. Ik weet wel dat bloot ‘naakt’ betekent dus ik ben op zoek gegaan naar wat deze begrippen in de wet inhouden,” gaf hij aan.
Bij blote of naakte eigendom komt het erop neer dat men eigenaar is van een onroerend goed, maar dat men niet het recht heeft om hier gebruik van te maken. Bij een woning mag je bijvoorbeeld niet zelf in het huis gaan wonen. Dit recht is voorbehouden aan de vruchtgebruiker. Je mag echter wel de woning verkopen. De volle eigendom omvat dus het recht op gebruik, de vruchten als de beschikking van het goed.
Over eigendom heeft meester Carlo Jadnanansing recentelijk gesteld dat eigendom het meest absolute (volstrekte) zakelijk recht is dat bestaat. In eenvoudige bewoordingen kan een zakelijk recht geschreven worden als een recht dat overdraagbaar, vererfbaar is en bezwaard kan worden met hypotheken. Terwijl de rechten van erfpacht en grondhuur zich beperken tot zakelijke rechten. De beperking ligt voornamelijk hierin dat de staat eigenaar blijft van het grond waarop deze rechten zijn gevestigd.
De vraag is volgens het VHP-lid waarom er gekozen is voor drie vormen van overdracht van gronden in eigendom. Volgens het ontwerp wordt bijvoorbeeld gesteld dat domeingrond kan worden overgedragen in ‘volle eigendom’ aan personen en rechtspersonen aan wie de staat een betalingsverplichting heeft. “De vraag is nogmaals waarom aan de een in ‘blote eigendom’ en de andere in ‘volle eigendom’, vraagt Debi zich af.
Het lid stelt aan de initiatiefnemer voor om in de begripsbepalingen van de wet wordt aangegeven wat onder meer verstaan wordt onder Eigendom, Blote eigendom, Volle eigendom en Volledige eigendomsrecht.
Volgens Debie is het erg belangrijk om het verschil in de verschillende eigendomsvormen goed vast te leggen in de begripsbepalingen anders zal later blijken dat veel overdrachten bij de rechter gaan belanden.
Zoals het is aangegeven in de overgangsbepaling wordt door het lid Debie deze volledig ondersteund, omdat hiermee veel mensen geholpen zullen kunnen worden die binnen de termijn van achttien maanden na het optreden van de boedelvorming niet conform de wet hebben gehandeld.
Jerrel Harderwijk