Jongeren zijn elkaar nog meer gaan pesten via social mediakanalen. Er zijn de afgelopen maanden geen bijeenkomsten geweest, waarbij jongeren zich konden uiten over hun gevoelens. Vandaar dat de meeste jeugdigen zich anders gedragen in de maatschappij. Volgens Furnen Kofie, voorzitter van jongerenorganisatie Ispeak, komt dit doordat er nauwelijks tot geen activiteiten beschikbaar zijn voor de doelgroep.
Kofie vindt dat het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AW en J), zou moeten inspelen op de behoefte van jongeren. Hij heeft de afgelopen maanden geen actie gezien tot het maken van beleid voor de jeugd. Genti Mangroe, AW en J-directeur, is ingegaan op de vraag van Kofie waarom er geen activiteiten worden georganiseerd voor jongeren.
Er is niet veel beweging vanuit het ministerie als het gaat over het jongerenbeleid in Suriname. Volgens Mangroe moeten er nog heel wat interne zaken op het directoraat rechtgetrokken worden, voordat personen overstappen naar het uitvoeren van projecten. Ook het financiële plaatje van het directoraat is niet naar wens.
Het is daarom niet alleen de taak van AW en J dat het jongerenbeleid bepaalt, maar ook andere departementen zoals het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport, Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en Transport, Communicatie en Toerisme. Door samen te werken aan het jongerenbeleid zullen jongeren groeien in hun talenten. Het ministerie is op de hoogte van de vele problemen waarmee de jongeren te kampen hebben.
“Wij moeten ons beter voorbereiden,” zegt Kofie, over het maken van beleid voor jongeren, ook in crisisperiodes. “De COVID-pandemie heeft ons geleerd, dat wij mentale gezondheid ook serieuzer moeten nemen. De jongeren moeten een uitlaatklep hebben voor de periodes, waarbij zij opgesloten zaten in huis wegens de COVID-maatregelen,” zegt Kofie.
Het directoraat is bezig met het samenstellen van een beleidsvisie voor de jongeren. “Onze jongeren zullen en moeten vooral na schooltijd betrokken worden bij activiteiten die het leerproces ondersteunen, zodat zij niet het pad zullen bewandelen van de criminaliteit,” zei hij.