Er is geen sprake meer van occupatie, maar van een invasie van occupanten die onafgebouwde woningen en percelen in het Dalian IV-project te Paramaribo-Noord hebben toegeëigend. NDP-parlementariër Ebu Jones verwijst naar artikel 411 A van het Wetboek van strafrecht: “Hij die zonder een daartoe gerechtigde titel zich op grond of land aan een ander toebehorende vestigt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden”.
Hij benadrukt dat het verboden is om andermans woning te betreden en bezet te houden. Het is strafbaar gesteld. Hij is samen met andere parlementariërs naar het project gegaan en merkt op dat het een grimmige situatie is. Het is volgens Jones de taak van de overheid om de mensen te beschermen. Er zijn eigenaren met rechtmatige documenten wiens huis bezet worden gehouden.
Jones heeft gemerkt dat de mensen aangifte doen en de politie houdt de mensen voor dat die niets kan doen omdat die geen houvast heeft. “Aangifte wordt geweigerd terwijl artikel 411A genoeg houvast geeft aan de politie om op te treden”, zegt Jones. Volgens hem kan recht in eigen hand nemen niet geaccepteerd worden in Suriname. Er is begrip voor dat mensen in woningnood verkeren en dat er een sociaal probleem is. De overheid wordt opgeroepen om deze mensen te helpen.
Volgens NPS-parlementariër Patricia Etnel moet de regering duidelijkheid geven hoe dit probleem wordt aangepakt. Zaken zijn niet duidelijk naar de samenleving toe, er is veel ruis. “We zijn hier als wetgevend orgaan en systeem en we moeten de wetten te allen tijde respecteren en koesteren”, zegt ze. Volgens Etnel gaat de regering tijdens de begrotingsbehandeling duidelijk moeten aangeven hoe het grondbeleid wordt uitgezet om zo veel mogelijk behoeftige mensen van grond te voorzien zodat ze niet denken aan occuperen.
VHP-parlementariër Cedric van Samson geeft aan dat een projectontwikkelaar niet ver van het Dalianproject nu al aan de bel trekt uit vrees dat de occupanten verder trekken. De regering moet de nodige veiligheid bieden. “Het moet niet zo zijn dat we occupatie gaan gedogen”, zegt hij. Volgens Van Samson kan het niet zo zijn dat er regelgeving tegen occupatie is en dat er een bepaald gevoel ontstaat bij de samenleving dat het niet loont om de regels na te leven.
Er moet met de wet in hand opgetreden worden want het kan nooit zo zijn, dat rechtvaardigheid gezocht wordt voor een handeling die niet kan. “We hebben occupatie gehad in Sunnypoint, in Sophia’s Lust en in Texas. Het kan niet en het past niet”, zegt hij. Hij benadrukt dat het hier gaat om grondenrechten van personen die via de procedures in aanmerking zijn gekomen voor een woning en/of perceel. Van Samson doet daarom een beroep op de regering om de zaken die daar al in ontwikkeling zijn te bespoedigen zodat de mensen niet langer in onzekerheid leven.
Vishmohanie Thomas