Een delegatie onder leiding van president Chan Santokhi is vandaag vertrokken naar Dubai in verband met de Expo 2020. Deze expo is een wereldtentoonstelling waar meer dan 190 landen hun kunst, wetenschap en cultuur gaan uitdragen. Er worden 25 miljoen bezoekers verwacht bij de expo. Het paviljoen van Suriname krijgt op dagbasis 250 bezoekers.
“De betrokkenheid van Suriname aan deze expo is strategisch. We gaan ons land uitdragen met onze waardevolle bezittingen, natuurlijke en menselijke hulpbronnen, prachtig klimaat, bos en biodiversiteit om zo serieuze investeerders aan te trekken”, deelde de president mee voor zijn vertrek vanuit de Johan Adolf Pengel International Airport.
Suriname heeft veel geld aan deze wereldexpo geĂŻnvesteerd. Het staatshoofd vindt dat met deze gemaakte kosten, een veelvoud van deze kosten terugverdiend zullen worden in de vorm van investeerders aantrekken. Daarnaast gaat Suriname voor concrete zaken naar Dubai. Het Surinaamse bedrijfsleven dat ook deelneemt aan de expo, krijgt de ruimte zaken te doen met counterpart.
Ook zal Suriname lering nemen van Dubai, die tientallen jaren terug van een stukje woestijn zich heeft ontwikkeld tot een succesvol land met een sterke economie. Suriname kan een Dubai worden met de basis: goed, eerlijk en transparant beleid en de ruimte om investeerders aan te trekken met een goed investeringsbeleid en regelgeving.
Een ontmoeting met de emir van Dubai, Sjeik Mohammed bin Rashid Al Maktoem, staat ook op het programma van de president. Hij is onder de indruk van de invloed die Dubai heeft in de totale regio, in olie en gas en bedrijven.
“Daarom gaan we in dialoog om persoonlijk te praten over issues en mogelijkheden. Wij willen een vriendschappelijke-, diplomatieke- en politieke samenwerking. Ook in handel, toerisme en transport. En niet alleen met Dubai, maar ook met de Unie van Arabische Emiraten.” Er is al interesse in investeringen. De regering zal werken om de investeringsregelgeving te harmoniseren zodat het makkelijk is voor investeerders om hier zaken te doen, zegt het staatshoofd.