Op de 46ste viering van de onafhankelijkheid van de Republiek Suriname memoreerde president Chan Santokhi de soevereiniteit in wat hij noemde een vredig Suriname binnen een globaliserende wereld. Hij legde de focus op hoop, natieversterking, vertrouwen en de toekomst van Suriname.
De president sprak in zijn toespraak over hoe het andere landen is vergaan bij hun onafhankelijkheid. “Ook wij hebben hoogtepunten en dieptepunten gekend, maar we hebben het samen overleefd. Daarom mogen we de Almachtige dankbaar zijn en elkaar oprecht feliciteren. Suriname heeft veel doorstaan in de afgelopen 46 jaar. Kort na de onafhankelijkheid, hebben wij de staatsgreep van 1980 gehad. Een kleine groep die de democratie kaapte en ons in een avontuur gestort heeft, dat eindigde met een vrijwel failliet land. Daarna, hebben we een binnenlands gewapend conflict gehad, dat bijna een echte burgeroorlog had kunnen worden”, luidde zijn boodschap.
Mensenrechtenschendingen
President Santokhi stelde dat in beide perioden Suriname is geconfronteerd met ernstige schendingen van de mensenrechten, waarvan Suriname de naweeën nog voelt. “Hiernaast, hebben we verschillende perioden gehad, waarbij het land met veel moeite economisch groeide. Door verkeerd beleid eindigde het land, weer in een economische dal.”
Santokhi zegt dat de ene regering instituten heeft willen opbouwen, maar een andere regering wilde diezelfde instituten, juist verzwakken. “We zijn de staatsgreep, rampen, crisissen en oorlogen samen te boven gekomen. Echter hebben wij de afgelopen twee jaar te maken gehad met de wereldwijde COVID-19-pandemie. Dit drukte heel zwaar op ons en op de ontstane economische crisis. Ja, u heeft dit gevoeld! Wij voelen het samen.”
Het staatshoofd gaf verder aan dat het land met een gigantische schuld van US$ 4 miljard zit opgezadeld. “In de afgelopen tien jaar zijn wij opgegroeid met een staat van hopeloosheid. Het ons samen gelukt om deze tegenslagen te overleven en steeds te werken aan een betere toekomst dankzij onze veerkracht”, aldus de president.
Naomi Hoever