Rabin Parmessar, NDP-fractieleider, is van oordeel dat de dezelfde vieze smaak van New Surfin NV ook in de HPSG-deal terug te vinden is, waar overigens dezelfde ministers betrokken waren. “Wat een toeval dat HPSG Suriname NV rondom dezelfde periode het levenslicht heeft gezien als New Surfin”, stelde de fractieleider van de NDP retorisch.
Tijdens de plenaire behandeling van het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2022-2026 in De Nationale Assemblee (DNA) heeft Parmessar, gelet op de richting aangegeven in het MOP, de HPSG-overeenkomst breedvoerig behandeld evenals de nadelige gevolgen wederom aan de kaak gesteld.
HPSG Suriname NV is van plan een groene waterstoffabriek van 100 megawatt te ontwerpen, financieren, bouwen, exploiteren en onderhouden, waarbij aan de staat Suriname voor 25 jaar stroom verkocht zal worden tegen een prijs van US$ 0,11 cent per kWh ongeacht of Suriname daadwerkelijk deze hoeveelheid afneemt.
Parmessar, die ook lid is van de commissie van rapporteurs van het MOP, gaf aan, dat de overeenkomst is gesloten tussen Suriname en HPSG Suriname NV, een vennootschap met aandelen naar Nederlands recht van Suriname, waarbij in geval van geschillen het Zwitsers recht van toepassing is.
Hij kon niet verkroppen hoe het mogelijk is geweest dat HPSG Suriname NV, die opgericht is op 14 januari 2021 met een geplaatst en gestort kapitaal van SRD 100.000, oftewel US$ 4.694,84 (koers 21,30), hetgeen niet eens US$ 5.000 bedraagt, een garantie van de staat Suriname krijgt van US$ 2,4 miljard, dit twee maanden na oprichting van de NV die geen bewezen ervaring heeft op het gebied van het opzetten en opereren van een waterstoffabriek.
Het commissielid was er ontstemd over dat DNA op generlei wijze is gekend bij de totstandkoming van deze overeenkomst die de staat verplicht om 25 jaar lang 100 megawatt stroom te kopen ongeacht de afname. De fracties van de NDP en BEP hebben maandenlang aangedrongen om een kopie van de overeenkomst te ontvangen, echter zijn de documenten pas in oktober met het Hoge College van Staat gedeeld. Parmessar is van mening dat indien het voornemen van de regering tijdig was voorgelegd aan DNA, dat voor ons land veel schade en schande nationaal als ook internationaal beperkt of voorkomen had kunnen worden.
Daarnaast stelde Parmessar een zeer nadelige activiteit in de overeenkomst aan de orde, waarbij zuiver water gekocht zal worden voor US$ 0,01 cent per liter met een minimum volume van 260 miljoen liter per jaar, wat neerkomt op SRD 210 per kubieke meter, terwijl de huidige kostprijs van de SWM onder de SRD 10 per kubieke meter ligt.
Parmessar concludeerde dat de burger met deze overeenkomst 21 maal duurder zal betalen voor water. Deze beleidskeuze van de regering is niet bevorderlijk voor staatsbedrijven en hun performance.
De NDP-fractieleider eindigde zijn betoog met de indiening van een vragenlijst waarin onder andere aan de regering wordt gevraagd:
– waar de relevante documenten zijn waaruit blijkt dat de drie betrokken ministers gemachtigd zijn (missive, presidentiële resolutie en in dit geval goedkeuring door DNA),
– wat de beweegredenen zijn geweest voor het sluiten van deze overeenkomst,
– uit welke artikelen van de Comptabiliteitswet de regering de bevoegdheid heeft ontleend om voor DNA te bepalen dat zij de staatsbegroting voor 25 jaar moet goedkeuren, ten einde aan de betalingsverplichting te voldoen,
– wat de resultaten zijn geweest van de due diligence onderzoeken en de gevolgde procedures, en
– is er een technische studie gedaan wat we aan vermogen nodig hebben, wanneer, hoeveel megawatt? Is er een studie gedaan welke optie het beste is voor Suriname?,
– waarom is er geen openbare aanbesteding gehouden onder toezicht van EAS, zoals voorgeschreven in onder meer de elektriciteitswet, artikel 21?
“De Republiek Suriname is geketend aan deze zeer nadelige overeenkomsten. De hoofd aansprakelijke functionarissen hiervoor zijn in het bijzonder de president en de betrokken ministers. Het is van nationaal belang om deze dubieuze waterstofovereenkomsten resoluut af te wijzen”, aldus Parmessar.