Jongeren mogen niet vergeten worden als gesproken wordt over waarden en normen binnen de samenleving. Het is daarom van belang dat de leiders binnen de verschillende religieuze organisaties nauwlettend de jongeren onderwijzen en bijscholen over het geloof en ook over de normen en waarden binnen de samenleving. Bij de herdenking van Wereldreligiedag, gisteren, stonden verschillende religieuze leiders stil bij het belang van het betrekken van jongeren in het proces voor behoud van het geloof.
Wereldreligiedag wordt jaarlijks op de derde zondag van de maand januari herdacht. Stanley Soeropawiro, vertegenwoordiger van het ministerie van Binnenlandse Zaken, gaf aan dat de jongeren nu meer dan ooit betrokken moeten worden bij de vele religieuze gebeurtenissen. Mathilda King, voorzitter van de organisatie Wereldreligiedag, zegt dat de normen en waarden van de verschillende geloofsovertuigingen niet vergeten mogen worden.
De 36ste herdenking, gisteren, stond in het teken van bewustwording over het coronavirus. Het thema was: ‘De gevolgen van COVID-19 binnen onze gemeenschap en de rol die de religie kan vervullen binnen dit proces.”
De eerste herdenking van Wereldreligiedag werd op 15 januari 1950 gehouden. In 1949 werd op de Nationale Geestelijke Vergadering van de Bahai Beweging in de Verenigde Staten besloten dat het iedere derde zondag van de maand januari, Wereldreligiedag is. Er bestaat maar een Schepper en dat moeten wij niet vergeten, benadrukt King.
Volgens voorzitter Nitin Jagbandhan van Sanathan Dharm moet elke organisatie haar volgelingen eraan herinneren, dat wij elkaar beschermen tegen COVID-19. Er wordt nu nog teveel gefeest en wij moeten samen onze verantwoordelijkheid nemen. Daarbij mogen de jongeren niet uitgesloten worden, zegt Jagbandhan.