“De spullen die ik heb verloren zal ik nooit meer kunnen kopen. Ik heb een trauma overgehouden van de situatie, niemand weet hoe ik mij voel. Ik ben een 71-jarige gepensioneerde secretaris die jaren heeft gewerkt op het commissariaat van Brokopondo en heb geen inkomen om een nieuwe televisie te kopen of een keukenkast om niet te praten over een nieuwe klerenkast en gasfornuis,” vertelt Yvonne Awana, huilend, in gesprek met Suriname Herald.
De vrouw is nog steeds niet bijgekomen van de wateroverlast. “Zodra het regent denk ik weer aan de overstroming en vraag mij af als het water weer zal komen,” zegt Awana. Staatsolie moest ons eerst hebben geïnformeerd alvorens zij waren overgegaan tot het spuien van het water.
Geen afstemming
“Mijn bed is anderhalve maand onder water gebleven. Ook mijn paspoort en lidmaatschapskaart van de kerk zijn vernietigd. Mensen hebben mij geholpen om het huis te wassen, maar het is niet schoon. Het huis moet opnieuw geverfd worden, omdat het water te lang is gebleven waardoor de muur een andere kleur heeft gekregen. Wie zal mij dat geld geven?” vraagt Awana zich af.
De districtscommissaris (dc) van Brokopondo, Ludwig Mendelzoon, heeft de afgelopen week een paar mensen uitgenodigd voor een gesprek. Het ging meer om het bedrag dat is gegeven voor de schoonmaak door Staatsolie. Aan ons heeft de dc meegedeeld dat het bedrag dat Staatsolie aan ons heeft gegeven niet in samenspraak met hem heeft plaatsgevonden. Het bedrijf zou hem hebben overgeslagen.
“Het gebied is door de president uitgeroepen tot rampgebied, maar wij merken er verder niets van. Onlangs hebben wij een SRD 6000 ontvangen van Staatsolie, maar ze hebben niet met ons afgestemd. Het ergste is dat niemand is komen inspecteren wat wij allemaal hebben verloren. Er zijn mensen die geld proberen te maken hiermee, terwijl het een vrij ernstige zaak is,” zegt Awana.
Informatie opsturen naar Staatsolie
Zij geeft aan dat wat de bewoners hebben meegemaakt heel serieus is. “We hebben onlangs een voicebericht ontvangen van een medewerker van Staatsolie, die ons oproept om foto’s van de spullen die zijn vernietigd op te sturen. Ik heb dat niet gedaan, omdat Staatsolie niet op deze manier met ons moet communiceren. Staatsolie neemt alleen besluiten zonder ons erbij te betrekken,” vindt Awana.
Verder geeft zij aan dat ze drie maanden gefrustreerd was door de situatie. Ze kon ook niet doorgaan met haar dagelijkse bezigheid. “Ik maak bijouterieën en klamboes en vanaf de wateroverlast heb ik dat niet meer kunnen doen,” zegt Awana.
Bewoner Frank Pansa is bezig te kijken hoe hij zijn woning kan renoveren, omdat hij niet meer kan wachten op Staatsolie en de overheid. “Ook mijn gasfornuis, klerenkast, bankstel en alle andere waardevolle spullen zijn kapot.”
“Staatsolie aksi unu fu un pot’ den sani san un lasi gi den tap papira. Staatsolie heeft ons vernietigd en komt nu met deze dingen op ons af,” haalt Pansa aan.
Names and faces
Er zijn een aantal organisaties naar het district gekomen om namen te registreren, echter is niets meer van hun vernomen. Pansa zou verder aan de dc hebben doorgespeeld dat de kapiteins en basya’s zaken doen die niet goed zijn. “Bij mij moeten zij niet meer komen, want zij verrijken zich,” deelt Pansa mee. Hij laat weten dat ook de pakketten met names en faces zijn verdeeld.
Lorenzo Mando, medewerker van Staatsolie, om een reactie gevraagd over de oproep die is doorgestuurd aan de bewoners, geeft aan dat er voor nadere informatie met onderdirecteur Eddy Frankel contact opgenomen moet worden.
Frankel zegt niets af te weten van een oproep aan de bewoners om informatie op te sturen van goederen die zijn vernietigd.