Assembleevoorzitter Marinus Bee heeft vandaag tijdens de buitengewone openbare vergadering van De Nationale Assemblee (DNA) de visumproblematiek weer aangekaart. Volgens Bee wordt Suriname er steeds weer mee geconfronteerd dat na de beëindiging van het koloniale tijdperk tussen onze beide naties, Suriname bijna stiefmoederlijk bejegend wordt bij het willen betreden van Nederland.
“Het lijkt tegenwoordig meer regel dan uitzondering dat aan Surinamers naar willekeur het betreden van Nederlands grondgebied wordt ontzegd zonder daartoe grondige redenen te geven bij de afwijzing van de vereiste visa voor het Schengengebied”, sprak Bee.
Het parlement ontkomt volgens hem daardoor niet aan de indruk dat de in de door de toescheidingsovereenkomst gehanteerde criteria in de hedendaagse besluitvorming van generlei toegevoegde waarde zijn. “Onze rechten lijken steeds weer vertrapt te worden. Voor de inwoners van een gewezen lucratief overzees grondgebied zouden op zijn minst verzachtende standaarden moeten gelden voor de vereiste dispensatie om het gewezen moederland te mogen betreden”, stelde Bee.
Bee zei dat hoe graag Suriname wil aannemen dat anno 2022 de strijd om gelijkheid uitgetreden zou moeten zijn, ons land steeds weer met het tegendeel wordt geconfronteerd. De vraag is of er niet tal van verdragen ondertekend zijn waarbij gesteld wordt, dat wij mensen allen gelijkgesteld zijn en dat er op generlei wijze onderscheid gemaakt mag worden, komt steeds weer boven drijven. Suriname en Nederland hebben samen een historie die nauwelijks te bevatten is en het is te hopen dat in de toekomstperspectieven de wederzijdse erkenning zich zal manifesteren.
Het parlement draagt elke eventuele samenwerking waar ook de Surinamer in Suriname profijt van zal ondervinden een warm hart toe. Bee sprak de hoop uit dat niet alleen gemaakte maar ook de nog te maken afspraken voor heel Suriname de verlichting zullen brengen die beoogd wordt.
“Wij kunnen ons beroepen op een eeuwenlange verbintenis die niet altijd een evenwichtige benadering heeft gekend, maar op geen enkele wijze verloochend mag worden. Het parlement spreekt de hoop uit dat deze bijzondere vergadering een startsein genoemd mag worden voor een gemeenschappelijke toekomst met wederzijdse voordelen. We zullen het samen moeten doen”, aldus Bee.