In het internationaal recht met name de mensenrechtenverdragen en jurisprudentie zijn de collectieve rechten van inheemsen en tribale volken goed geregeld. Echter maakt dit recht geen gebruik van de vredesverdragen die de marrons en inheemsen honderden jaren geleden getekend hadden met de koloniale overheid. Vanwege de inhumane onmenselijke regelingen in de vredesverdragen maakt men geen gebruik van de vredesverdragen.
“Als belanghebbende en zeker de marrons kan je je niet beroepen op een deel van het contract waarin bepalingen zijn opgenomen die in strijd zijn met de rechten van de mens. Volgens het recht zijn deze verdragen of overeenkomsten vernietigbaar,” zegt Patricia Meulenhof, voorzitter presidentiële commissie grondrechten.
Belanghebbenden kunnen zich niet beroepen op een deel van een verdrag. Als men zich beroept op de vredesverdragen, dan moet men ook nu de verdeel- en heerspolitiek naleven. In het internationaal recht geeft men daarom speciale aandacht aan inheemsen en marrons.
De uitgangspunten van het Amerikaans hof voor de rechten van de mens zijn gebaseerd op een mensenrechten regiem. “Het uitgangspunt is dat mensen niet geïntegreerd en geassimileerd worden tenzij het hun keuze is. Indien zij dat niet willen moeten zij de vrijheid hebben om te blijven leven met een eigen culturele identiteit en eigen solidariteit en integriteit,” stelt Meulenhof.
Zij legt uit dat als er gesproken wordt over de rechten van inheemse en tribale volken het gaat om recht op cultuur, historisch erfgoed, recht op het spreken van je taal, recht op traditioneel gezag, zelfbeschikkingsrecht, recht op Free, Prior and Informed Consent (FPIC) en het recht om te delen in de winsten die komen uit de woon- en leefgebieden.
Rechten op de grond zijn een klein deel van de totale rechten die de inheemsen en tribale volken hebben. Wat tribaal is, is ook internationaal vastgelegd, waardoor geen enkel land daarvan kan afwijken zeker als men lid is van een van de verdragen.
Meulenhof zegt dat tribaal niet wil zeggen dat mensen in een lendendoek rondlopen of in een korjaal steeds varen. “Het gaat om een systeem van leven, hoe je als groep georganiseerd bent. Je leeft in stamverband. Al ben je in Europa, je behoort tot een bepaald gebied. Je hebt zeggenschap daar, dus het achtervolgt je waar je ook komt. Vandaar dat er ook traditioneel gezag is in Europa,” geeft Meulenhof aan.
In Suriname genieten de gezagsdragers tot nu toe geen wettelijke erkenning als bestuurders van hun land. Ze hebben een protocollaire en representatieve taak.
Met de aanname van de conceptwet die thans bij De Nationale Assemblee ligt en nog behandeld moet worden, wordt het traditioneel gezag wettelijk erkend en belast met het beheer van hun woon- en leefgebieden. De overige taken en bevoegdheden moeten nader bij wet geregeld worden.