Ongeveer 96.000 personen zullen binnenkort profiteren van de voordelen van de 20 procent loonaanpassing die de overheid vanaf eind oktober zal toekennen aan ambtenaren. In dit aantal zijn niet alleen de actieve werknemers opgenomen, maar ook ongeveer 31.000 gepensioneerden. Ook degenen die in dienst van bepaalde parastatale bedrijven liften mee met deze correctie.
De loonaanpassing zal ook van invloed zijn op het pensioen dat deze groep krijgt. Deze cijfers deelde Michael Miskin, voorzitter van de Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO) in het programma De Tafel van Suriname Herald en Rasonic TV. Miskin ging uitgebreid in op de recente loononderhandelingen met de overheid.
Volgens hem zijn er nog zaken die verder uitgewerkt moeten worden. Hij noemde de uitbetaling van de 50 procent loonsverhoging die overeengekomen was met de regering in 2020. Het gaat om een aardig bedrag en de CLO heeft de regering gevraagd naar een aflossingsschema.
De vakbondsleider stelt dat de vakbonden de incorporatie van de koopkrachtversterking van SRD 3500 hebben geëist vanwege het bestaan van een minimumloon. Met de toevoeging van de koopkrachtversterking aan het loon zal het salaris van de schoonmaakster boven de SRD 10.000 uitkomen. Miskin denkt dat hierdoor de situatie van de laagstverdienenden zal verbeteren.
Hij gaf aan, dat toen er gesproken werd over een looncorrectie de loonstaat van het Cebuma erbij is gehaald. Er wordt gekeken naar wat jaarlijks uitbetaald wordt aan salarissen. Dat is een bedrag van SRD 11,7 miljard voor dit jaar. Daarna wordt de goedgekeurde staatsbegroting. Dat is een bedrag van SRD 11,3 miljard. De vraag volgens hem is dan of er ruimte is. Volgens de cijfers is dat niet het geval.
De minister van Financiën en Planning Stanley Raghoebarsing heeft wel toegezegd dat de verhogingen wel zullen worden uitbetaald. Mogelijk zal dat via een suppletoire begroting gaan. Daarme is volgens hem getoond dat het onderste uit de kan is gehaald. Miskin benadrukt dat er een akkoord is over 2024, maar hij gaat ervan uit dat de minister wel de ruimte schept in de begroting van 2025. Dan zullen er wederom onderhandelingen komen over het komende dienstjaar.