Techbedrijven hebben de morele plicht om ervoor te zorgen dat systemen voor kunstmatige intelligentie (AI) veilig zijn, vindt de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris.
Harris en president Joe Biden hadden donderdagavond een ontmoeting met de directeuren van grote techbedrijven in het Witte Huis.
Microsoft, Google en OpenAI brachten in de afgelopen maanden AI-systemen uit. Zo kan ChatGPT van OpenAI op verzoek van gebruikers hele teksten schrijven. Microsoft bouwde dat systeem in zijn zoekmachine Bing. Google kwam daarop met een eigen vergelijkbaar systeem met de naam Bard. Dat moet later ook in de zoekmachine terechtkomen.
Maar al die systemen zijn getraind om woorden op een logische manier achter elkaar te zetten, en niet om de waarheid te vertellen. Dat leidt tot zorgen bij bijvoorbeeld toezichthouders en overheden.
Vicepresident Harris ziet voordelen, maar vreest ook voor veiligheid
Harris noemde kunstmatige intelligentie “een van de krachtigste technologieën van dit moment”. Die heeft volgens de Amerikaanse vicepresident dan ook “de potentie om de levens van mensen te verbeteren en een aantal van de grootste maatschappelijke problemen aan te pakken”.
Maar tegelijkertijd wijst ze erop dat AI ook een bedreiging kan vormen voor de veiligheid. Ook kan kunstmatige intelligentie inbreuk maken op maatschappelijke rechten en privacy, en bestaat het risico dat het vertrouwen in de democratie wordt ondermijnd.
“Overheden, bedrijven en andere maatschappelijke partijen moeten deze uitdagingen samen aanpakken”, zei Harris na afloop van de ontmoeting. “Techbedrijven hebben de ethische, wettelijke en morele plicht om ervoor te zorgen dat hun producten veilig zijn.”