Niet vrij van triomfalisme tooit Sandew Hira zijn laatste column, met een foto van de aanbieding van zijn schotschrift ‘De getuigenis van president Desi Bouterse’ aan OAS-secretaris-generaal Luis Almagro, die in Suriname op bezoek was. Het is een doorzichtige poging, de diplomatieke beleefdheid van de OAS-voorman om te zetten in geleend gezag binnen de lokale politieke markt. En dat terwijl Hira onlangs nog de veroordeling van het antidemocratische en repressieve Maduro-regime door de linkse Luis Almagro, typeerde als een ‘opportunistische ommezwaai’ op Suriname Herald 19 juni 2017. Hira ontzegde Almagro zelfs het vermogen tot vormen van een eigen mening: ‘..onder druk van de mediacampagne en Amerika keerde hij zich tegen de Bolivariaanse revolutie..’. Uitgaande van Hira’s verslag van zijn twee uur lange ontmoeting met Almagro, heeft hij zijn aanval op de politieke integriteit van de OAS-secretaris-generaal, in het face-to-facecontact, verzwegen, zijn ware houding jegens Luis Almagro verhuld. Over opportunisme gesproken.
Krabbenmentaliteit
Het is de diplomatieke verdienste van bisschop Karel Choennie van de Rooms Katholieke Kerk, de OAS- secretaris-generaal en het Vaticaan, bereid te hebben gevonden, Suriname bij te staan, in zijn delicate zoektocht naar recht en nationale verzoening. Het wachten was op een formele uitnodiging van de Surinaamse regering. Dat de regering nu Almagro uitnodigde, getuigt van het morele gezag van de bisschop. Dat Hira de bisschop, verdienste en gezag misgunt en met kronkelfeiten exclusief de komst van Almagro claimt, doet denken aan de krabbenmentaliteit. Hira en de regering hebben de bisschop en de OAS-secretaris-generaal niet eens een gesprek met elkaar gegund. De reden die Hira opgeeft, is even absurd als zorgelijk. Omdat de bisschop ‘geen samenwerking’ met hem en zijn comité had, was het niet mogelijk dat ‘wij en het bisdom samen met Almagro hadden gesproken’. Waarom zou de bisschop, als initiator van de bemiddeling door de OAS en het Vaticaan, niet zelfstandig met de OAS-secretaris generaal kunnen spreken? Hira zegt het ‘marxisme’ te hebben afgezworen, maar dat geldt niet voor zijn ‘marxistische’ streken. Want waarom stelt hij als voorwaarde voor een ontmoeting tussen Almagro en de bisschop, de aanwezigheid van pottenkijkers van de president-hoofdverdachte?! Waarom is Almagro niet in de gelegenheid gesteld te luisteren naar de onafhankelijke, authentieke, decennia-oude mensenrechtenorganisaties en netwerken van nabestaanden, die zich beijveren voor recht en waarheid, tegen cultuur van straffeloosheid in?!
Door Almagro slechts met, door de regering gefaciliteerde, pro-straffeloosheid mensen in contact te brengen, is feitelijk de OAS-secretaris-generaal met disrespect behandeld, omdat getracht is hem met eenzijdige informatie te desinformeren. De cryptische poging van Hira, de indruk te wekken dat Almagro zijn project steunt – ‘Wij zijn erg blij met de steun van Almagro.’ – is misleiding. De potentieel mediërende rol van de OAS-secretaris-generaal wordt daarmee ondermijnd. In plaats van ruimte te scheppen voor een mediërende rol van de OAS-secretaris-generaal in de nationale zoektocht naar recht en verzoening, zoals de bisschop heeft voorgesteld, trachten Hira en kennelijk ook de regering van de president-hoofdverdachte Desi Bouterse, de rol van Almagro in Suriname te reduceren en te regisseren, hem voor het karretje van de straffeloosheid te spannen. Dat is hoog spel: propagandistisch trachten de statuur van de OAS-secretaris-generaal te misbruiken ten faveure van de voortzetting van de schendingen van het mensenrecht op een eerlijk proces, zoals dat door de zelf Amnestiewet geschiedt.
Recht en nationale verzoening zijn complementaire waarden, geen demagoog kan daartussen komen.
Theo Para