Dilip Sardjoe, voorzitter van de presidentiële onderhandelingscommissie belast met de overname van de Afobakadam, is lovend over het binnenhalen van de stuwdam. “Ik ben heel blij. Vijf jaar onderhandelen. Van Pittsburg naar New York. New York naar Amsterdam. Amsterdam naar Aruba, Miami en Paramaribo”, aldus Sardjoe.
ADVERTENTIE |
Vreugdevol heeft hij zich in gesprek met het NII uitgelaten over het voor Suriname gigantisch, historisch en heugelijk feit: de overname van de Afobakadam. De dam is op 31 december 2019 door Alcoa overgedragen aan de Surinaamse regering. Deze formaliteit heeft plaatsgevonden, nadat de regering de laatste openstaande rekening bij Alcoa heeft betaald.
“Vijf jaar lang hebben we geploeterd onder de moeilijkste omstandigheden en vandaag kunnen we met trots zeggen, we hebben het voltooid. De president heeft ons vijf jaar lang onafgebroken keihard ondersteund en heeft nooit het vertrouwen verloren”, aldus de onderhandelaar.
De ondersteuning vanuit president Desi Bouterse beschrijft de commissievoorzitter als bijzonder prijzenswaardig. “Wij moesten vechten tegen de Alcoa aan de ene en tegen onze eigen mensen aan de andere kant. De president heeft ons nooit het gevoel gegeven van ik wantrouw en we hebben nu een prachtig moment. We zijn trots om hetgeen wij vandaag de dag in huis hebben.”
De onderhandelaar zegt dat de dam eigenlijk gratis aan Suriname is gegeven. “Wat wij hebben betaald zijn de achterstallige stroomrekeningen. Volk van Suriname, u hebt een waardevol instrument teruggekregen. Wij kunnen het koesteren en heel veel goeds ermee doen. De productie kan opgevoerd worden en als we goed met deze dam omgaan dan gaan er meerdere generaties hiervan kunnen genieten”, aldus Sardjoe.