“Als ik wist dat ze me zouden aftakelen, zou ik wegrennen”, zegt journalist Jason Pinas verbonden aan de Ware Tijd. Hij is vandaag op brute wijze afgetakeld door de beveiliging van vicepresident Ronnie Brunswijk. Het incident heeft zich voorgedaan bij het huis van het volk, De Nationale Assemblee (DNA), waar hij aanwezig was.
ADVERTENTIE |
Pinas wilde een foto maken van aanhangers die bij de auto van de vicepresident stonden. De vicepresident vond dat hij geen foto mocht maken van de binnenkant van zijn auto. Op een gegeven moment hebben beveiligingsmensen Pinas aangevallen en zijn mobiel weggerukt en meegenomen.
Pinas die lichaamspijnen heeft overgehouden van de aftakeling, vertelt aan Suriname Herald dat hij bij het parlement was om met de ABOP-aanhangers te praten omdat zij zich daar hadden verzameld. Ze waren daar om de vicepresident kenbaar te maken dat zij nog steeds achter hem staan na de uitspraken gedaan door ABOP-parlementariër Edward Belfort, die beweerde dat de vicepresident niet meer deugt.
Op een gegeven moment zag Pinas dat de vicepresident vanuit het parlementsgebouw kwam om in zijn auto te stappen. De aanhangers stroomden naar zijn auto toe. Pinas wilde dat moment op de foto vastleggen. “Ik wilde een foto maken hoe de mensen om zijn auto stonden”, zegt hij.
Na twee foto’s te hebben gemaakt vond Brunswijk dat er geen foto gemaakt mocht worden van de binnenkant van zijn auto. “Toen werd hij boos en begon tekeer te gaan.” De vicepresident begon met krachttermen uit te schelden naar Pinas.
Pinas vertelt dat hij de vicepresident probeerde uit te leggen dat hij niets verkeerds had gedaan en dat er geen foto is gemaakt van de binnenkant van zijn auto. Terwijl Brunswijk aan het uitvaren was tegen de journalist werd Pinas door een van de beveiligingsmensen aan zijn kraag getrokken. “Een andere wurgde me van achteren”, vertelt hij. Hij werd op de grond gegooid. “Den man bigin nak mi.” Zelf weet hij niet hoeveel beveiligingsmensen hem hebben mishandeld.
Mobiel
Het ging allemaal om zijn telefoon. Ze wilden zijn telefoon hebben. Terwijl Pinas zijn telefoon vasthield en niet los wilde laten, werd het uit zijn hand getrokken. Nadat een van de beveiligingsmannen op zijn hand trapte heeft hij zijn telefoon losgelaten. Zijn telefoon werd meegenomen en tot nu toe heeft hij zijn mobiel niet teruggekregen.
Na afgeranseld te zijn ging hij samen met de adjunct-hoofdredacteur van de Ware Tijd, Terence Oosterwolde, naar het politiebureau Keizerstraat om een aangifte te doen. Pinas kreeg het gevoel alsof zijn zaak niet serieus werd genomen. “Na yu suku en srefi”, werd hem op het politiebureau voorgehouden. De politie kan hem niet bereiken. Daarom heeft hij de adjunct-hoofdredacteur als contactpersoon opgegeven. De politie heeft aangegeven dat er contact zal worden gemaakt.
Pinas is niet te spreken over de wijze hoe ze met hem zijn omgegaan. Zelf had hij zo een agressieve houding en handeling niet verwacht van de beveiliging van de vicepresident. “De mannen weten dat ik een journalist ben want ze zien me vaker en ik had mijn badge om”, zegt Pinas. Als hij wist dat de mannen hem zouden slaan zou hij wegrennen. “Mi no lob skin ati”, zegt hij. Op geen moment vormde ik een bedreiging, aldus de journalist.
In het parlement heeft de fractieleider van de NDP, Rabin Parmessar, deze kwestie aangekaart. Hij gaf aan berichtgeving te hebben gehad dat Pinas door de beveiliging van de vicepresident zou zijn afgetakeld. De vicevoorzitter van het parlement, Dew Sharman, heeft de vergadering moeten schorsen omdat deze mededeling niets te maken had met de orde van de vergadering.
Deze mishandelingzaak is ook gerapporteerd aan de Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ). Die zal ook van zich laten horen over deze kwestie. Journalisten en mediawerkers zijn niet te spreken over de gewelddadige wijze hoe er met een journalist is omgegaan. Er wordt boos gereageerd op de aanval tegen collega-journalist Pinas. Men is er ook niet over te spreken dat zijn telefoon is afgepakt.
Vishmohanie Thomas