Er vindt geen offshore-olieproductie vóór 2027 plaats. Dat lieten Annand Jagesar, CEO van Staatsolie en Patrick Brunings, Exploration & Non Operated Ventures Asset Manager tijdens een presentatie over het ontwikkelingstraject van de offshore exploratie in Suriname weten.
ADVERTENTIE |
De verwachting van offshore blok 58 is, dat het wat langer zal duren voordat men kan overgaan tot exploratie. Suriname bevindt zich in een leercurve. “We zijn nu in een ander milieu dan vijf jaar geleden”, zegt Brunings. Als vergeleken wordt met de rest van de wereld is Suriname ‘on track’, zegt hij. De verwachting is dat het proces sneller op gang komt, wanneer men gaat richting ontwikkeling.
Er zijn uitdagingen, zoals de stijging van de olieprijzen en er is nu meer aandacht voor exploratie met name de FPSO’s, de Floating Production, Storage and Offloading. Dat is een drijvend productieplatform, dat wordt gebruikt om aardolie en -gas (koolwaterstoffen) te produceren, te behandelen en op te slaan in afwachting van verder transport. Er worden nu veel FPSO’s gebouwd, waardoor dat voor uitdagingen zorgt. Hierdoor is er wat onzekerheid over wanneer de ontwikkeling op gang komt. Het zal niet even snel gaan als in Guyana, omdat in die periode de vraag naar FPSO’s laag was.
Liza-olieveld
Brunings heeft verteld over het Liza –olieveld van Guyana. Het Liza-olieveld is tot nu toe het grootste olieveld in het Suriname-Guyana bekken. De grootte van dit olieveld heeft ertoe geleid, dat er een snelle ontwikkeling kon komen in het Stabroek-blok. Deze ontwikkeling wordt ook wel een fast track development genoemd. Al vanaf de ontdekking van olie in Liza sprak men van een volume van bijna 800 miljoen vaten ruwe olie.
Er werd gesproken over de ‘golden lane’. De ontdekkingen kwamen op een gegeven moment in Suriname en men dacht dat het Liza-verhaal zich ook hier kon voordoen. Suriname heeft vier olievondsten achter elkaar gehad. Toen Suriname met de appraisal boringen begon, had men door dat het toch anders is. Dat heeft allemaal te maken met de complexiteit van de geologie, legt Brunings uit.
Appraisal boringen zijn boringen die worden uitgevoerd wanneer olie of gas is ontdekt, om te beoordelen hoeveel er is, hoe groot het veld is, de mogelijke productiesnelheid en de eigenschappen van de olie of het gas.
Brunings zegt dat de leercurve bij Suriname langer duurt. Tijdens de appraisel fase hadden ze gehoopt, dat het toch zou meevallen, maar uiteindelijk is gebleken dat Suriname wat meer leertijd nodig heeft, want het appraisel programma zou langer duren. Dat is het verschil met Guyana. Zij hadden slechts een put nodig om een besluit te nemen. “Onze huidige olie-ontdekkingen zijn niet te vergelijken met Liza. De grootte ervan was exceptioneel”, zegt Brunings.