De moordverdachte Romieram K. is vandaag rond 05.00 uur ontsnapt uit het cellenhuis van Henar. Op een onbewaakt moment maakte hij gebruik van het toilet en zag toen zijn kans om te vluchten. Romieram K. wordt beschuldigd van de moord op de zus van zijn vriendin, gepleegd in de nacht van 30 juli 2016. Tegen hem is een strafeis van 25 jaar geformuleerd.
In 2016 werd het levenloze lichaam van Esselien ontdekt door haar zus Reshma en enkele buurtbewoners op een adres in Nickerie.
Reshma werd herhaaldelijk mishandeld door haar partner Romieram K. en was het zat. Ze verhuisde naar Esselien in Paramaribo. Romieram K. bleef achter in het huis van Reshma. In juli van dat jaar reisde ze met Esselien en een kind naar Nickerie om enkele zaken af te handelen. Bij aankomst bij haar woning merkte ze dat Romieram K. onder invloed van alcohol was. Ze besloot de nacht bij haar buurvrouw door te brengen, terwijl Esselien met haar kind naar het huis van Reshma ging.
De volgende ochtend reageerde Esselien niet op de telefoontjes van Reshma, dus stuurde ze de dochter van haar buurvrouw om poolshoogte te nemen. De dochter keerde terug en meldde dat Esselien niet reageerde op haar geroep en geklop, maar dat ze wel het kind luidkeels hoorde huilen.
Reshma en de buurvrouw gingen zelf naar de woning en ontdekten dat de deur van binnenuit op slot was. Ze riepen een buurman die de deur forceerde, waarna ze Esselien levenloos op bed aantroffen met een bebloed hoofd.
De politie vond geen tekenen van inbraak. De wetsdienaren merkten echter op dat een zijraam niet gesloten was. Van Romieram K. ontbrak elk spoor, omdat hij inmiddels naar Guyana was gevlucht.
In 2022 slaagde de politie erin Romieram K. aan te houden, waarbij hij verklaarde dat zijn vrouw Reshma haar zus met een moker had geslagen. Ook tijdens de rechtszitting volhardde Romieram K. in zijn verhaal dat hij zijn inmiddels overleden vriendin Reshma probeerde te beschermen en daarom aan zijn moeder en zus in Guyana had verteld dat hij Esselien met een moker had gedood.
De officier van justitie vond deze verklaring onwaarschijnlijk en eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 25 jaar met aftrek. De zaak is uitgesteld tot de zitting van 20 juli, wanneer advocaat Vishal Rambharos het pleidooi zal houden.