Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) vindt het woord ‘doorstromen’ uit den boze. De bewindsman zei woensdag voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers (RvM) dat doorstromen is een on going proces is. Voor nu heeft de minister het doorstromen weten te temporiseren. “Gaandeweg het schooljaar zal er informatie gedeeld worden met de leerkrachten over de gang van zaken.”
Doorstromen gaat volgens Ori pas een rol spelen aan het einde van het schooljaar als leerlingen goed hebben gescoord door het jaar heen. Volgens de onderwijsminister heeft het ministerie nu voldoende tijd om met de schoolleiders en leerkrachten goede afspraken te maken. Het ministerie zal dan de uitleg geven over wat er wordt verstaan onder doorstromen.
Ori: “We zouden moeten kijken naar elke overgangssituatie. Er zal gewoon gewerkt worden met de normale normen. Zittenblijven gebeurt indien het noodzakelijk is. Na elk jaar zullen de leerlingen een rapport krijgen. Er zal verder ook gekeken worden naar de voortgangsrapportage van kinderen, dit om meer aandacht te besteden aan de zwakke leerlingen zodat ze beter begeleid kunnen worden.”
Volgens de onderwijsminister moeten leerlingen die zwak zijn binnen of buiten schooltijd aandacht krijgen om beter te presteren. “Min of meer zullen de overgangsnormen niet veranderen. Als je diepe onvoldoendes hebt, zal je het jaar opnieuw moeten doen. Voor het slagingspercentage worden er nog steeds afspraken gemaakt met het examenbureau. Dit is wat we al die tijd hebben gedaan”, benadrukt de minister.
Hij merkt ook op dat taal en rekenen een heikel punt blijven voor kinderen van de lagere school. Volgens Ori moet een leerling meerdere keren een herkansing krijgen. “Het is zonde dat een student of leerling om een of twee vakken het schooljaar opnieuw moet doen.” De bewindsman is er voorstander om dit systeem af te schaffen.