Leerlingen van de zesde klas van de basisschool zullen vanaf nu afzwaaien met een verklaring in plaats van een getuigschrift. Dit werd deze week bekendgemaakt door Helima Poese, directeur van het algemeen vormend onderwijs (avo), tijdens een persconferentie van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC).
Poese verklaarde dat hoewel het systeem gewend was om getuigschriften te verstrekken, de onderwijsvernieuwingen, waaronder die op het basisonderwijs, deze verandering noodzakelijk maken. In leerjaar 8 wordt een peilingstoets afgenomen om leerachterstanden te identificeren en gerichte hulp te bieden. Deze toets leidt niet tot een getuigschrift.
In leerjaar 10 zal een assessment worden uitgevoerd, waarbij een selectie plaatsvindt en de keuze van de richting van het kind een rol speelt. Op basis hiervan wordt het getuigschrift verstrekt. Vanaf dit schooljaar zijn alle basisscholen geïnformeerd dat geen getuigschriften meer zullen worden uitgereikt in leerjaar 8.
Leerlingen ontvangen in plaats daarvan een verklaring, omdat zij nog niet klaar zijn met de basisschool en verdergaan naar een andere school. Poese voegde eraan toe dat er momenteel geen lokalen zijn voor leerjaar 1 tot en met 10, en dat alle leerjaren idealiter samengevoegd moeten worden om het onderwijssysteem compleet te maken.
Poese benadrukte ook dat er een beschikking van 3 september 1982 bestaat die voorschriften bevat voor het verstrekken van getuigschriften. Volgens deze voorschriften wordt een getuigschrift pas in leerjaar 10 verstrekt, nadat het assessment heeft plaatsgevonden.
Henry Ori, topman van het minOWC, erkende dat deze verandering mogelijk verwarring kan veroorzaken, maar benadrukte dat scholen de instructies moeten volgen. Hij legde uit dat de vernieuwingen de oorzaak zijn van de veranderingen en dat de basisvorming nog niet is afgerond; kinderen hebben nog twee jaar te gaan.
Ori voegde toe dat er ook wetgeving in voorbereiding is die de vernieuwingen regelt, waaronder de wet op basisonderwijs, de wet op de leerplicht, en de wet toezicht. Volgens hem handelt het ministerie niet illegaal.