Asis Gajadien, fractieleider van de VHP in De Nationale Assemblee, stelt dat het oplossen van het grondenrechtenvraagstuk complexer is dan vaak wordt gedacht. Volgens de volksvertegenwoordiger moet er rekening worden gehouden met verschillende betrokken actoren, en het is te kortdag om het vraagstuk snel op te lossen.
De basisaspecten van grondenrechten, zoals het erkennen van de collectieve rechten, kunnen wel degelijk voortgang boeken. “Daar kan niemand tegen zijn,” aldus Gajadien in gesprek met Radio ABC.
De regering heeft onlangs een nota van wijziging naar het parlement gestuurd voor de ‘Raamwet Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken’. Diverse maatschappelijke organisaties, waaronder de Vereniging Samaaka Gemeenschappen en de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname, hebben hun bezorgdheid geuit over de voorgestelde wijzigingen.
Gajadien wijst erop dat in wetten zoals de Bosbouwwet en de Mijnbouwwet al bepalingen zijn opgenomen waarin rekening wordt gehouden met inheemse en tribale volkeren. De VHP-fractieleider heeft kennis genomen van de commentaren van de betrokken organisaties. De geplande lijn is nu om met deze groepen in gesprek te gaan om een goede raamwet te ontwikkelen die de collectieve rechten van deze gemeenschappen regelt.
Volgens de VHP-fractieleider kunnen enkele belangrijke wetten, zoals de grondenrechtenwet, het gronduitgiftebeleid en de herinrichting van de rechterlijke macht, mogelijk voor de verkiezingen afgerond worden.
“Investeerders kijken niet naar verkiezingen, maar naar hoe de rechterlijke macht functioneert,” aldus de VHP-topper.