In de afgelopen vijf jaar zijn de prijzen en wisselkoersen in Suriname explosief gestegen. De belangrijkste oorzaak hiervan ligt in de sterke toename van de hoeveelheid SRD’s in omloop.
ADVERTENTIE |
Tussen december 2020 en december 2022 steeg de geldhoeveelheid van SRD 12,5 miljard naar SRD 19,8 miljard. Eind 2023 stond deze op SRD 24,1 miljard en in augustus 2024 zelfs op SRD 26,2 miljard. Meer geld in omloop betekent een lagere waarde per SRD, waardoor de wisselkoers verslechtert: de SRD/USD-koers steeg van 14 naar boven de 31.
Omdat Suriname sterk afhankelijk is van import, vertaalt een duurdere dollar zich direct in hogere prijzen voor de consument. Grondstoffen, voedsel, brandstof en zelfs lokaal geproduceerde goederen zijn duurder geworden.
De inflatiecijfers spreken voor zich:
– 2020: 60,8 procent
– 2021: 60,7 procent
– 2022: 54,6 procent
– 2023: 32,6 procent
– 2024: 10,1 procent
Hoewel politici benadrukken dat de inflatie in 2024 is gedaald, betekent dit niet dat de prijzen lager zijn. Inflatie meet hoe snel prijzen stijgen, niet of ze dalen. De prijzen zijn nog steeds 10,1% hoger dan een jaar eerder, bovenop de eerdere verhogingen.
Een concreet voorbeeld: brood dat in 2019 misschien SRD 10 kostte, kan eind 2024 meer dan SRD 58 kosten. In totaal zijn de prijzen sinds 2019 met ongeveer 483 procent gestegen. Wie in 2019 met een maandelijks inkomen van SRD 2000 kon rondkomen, heeft vandaag ongeveer SRD 11.660 nodig om hetzelfde levensniveau te behouden.
De belangrijkste vraag blijft: zijn de lonen in dezelfde mate gestegen? Voor veel burgers, zoals leraren, verpleegkundigen en ambtenaren, is het antwoord helaas nee. Daardoor is de koopkracht van de gemiddelde Surinamer de afgelopen jaren fors afgenomen.
Politici stellen vaak dat een dalende inflatie een teken van herstel is. In werkelijkheid voelt de bevolking nog dagelijks de gevolgen van jarenlange prijsstijgingen. De daling van de inflatie betekent slechts dat de prijzen minder snel stijgen, niet dat het leven goedkoper wordt.
Als economische beleidsmakers vooral focussen op cijfers zonder oog te hebben voor de koopkracht van gezinnen, raakt de economie steeds verder verwijderd van haar echte doel: het welzijn van de bevolking. Een sterke economie is er een waarin de meerderheid van de burgers een fatsoenlijk bestaan kan leiden.
Voor wie gedetailleerde informatie zoekt, publiceert het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) maandelijks een inflatierapport, zoals het recente CPI-verslag van februari 2025.
Ajay Gopalrai