De kogel is door de kerk. Na een spannende – en soms minder nette – verkiezingscampagne rijst bij velen de vraag hoe het nu verder moet met Suriname, zeker gezien de beloofde gouden bergen en de voorspoedige toekomst. De verwachtingen zijn inmiddels hooggespannen. Op 25 mei 2025 heeft het volk gesproken, en uit de verkiezingsuitslag zijn uiteenlopende conclusies te trekken. Zo heeft de NDP de meeste zetels behaald en is reeds een samenwerking aangegaan met vijf partijen. Niet alle structuren – met name binnen de NPS – zijn echter blij met deze samenwerking en er heerst onvrede over de verdeling van de posten.
Op 2 juni jongstleden is het regeerakkoord ondertekend. Daarin is benadrukt dat de coalitiepartijen zich gezamenlijk zullen inzetten om Suriname te leiden richting hoop en herstel. De tijd zal uitwijzen of deze ambitie wordt waargemaakt of dat zij blijft steken in het gezegde: “Luister naar mijn woorden, kijk niet naar mijn daden.”
De nieuwe regering zal toekomstgericht, transparant, integer en uiterst zorgvuldig moeten omgaan met de belangen van land en volk. Het vertrouwen van de samenleving mag daarbij geenszins worden beschaamd. Er mag geen ruimte meer zijn voor belangenbehartiging van de eigen achterban; het beleid moet gericht zijn op eensgezindheid, homogeniteit, saamhorigheid en dienstbaarheid.
Bij de benoeming van ministers en leidinggevenden dient men uitsluitend deskundige en integere personen aan te stellen – mensen met relevante kennis van zaken, ervaring en visie. Kandidaten moeten trouw zijn aan de Grondwet, de geldende wet- en regelgeving, en zich oprecht inzetten voor het landsbelang, met eerbiediging van de afgelegde ambtseed.
Hopelijk beseft de toekomstige president dat haar belofte aan het volk slechts kan worden nagekomen als haar “dreamteam” daadwerkelijk competent, daadkrachtig en transparant is. Alleen dan kan Suriname uitgroeien tot een land met duurzame economische groei en bloei, waarbij het welzijn en de welvaart van álle burgers centraal staan. De overheid moet zich volledig ten dienste stellen van de samenleving.
Suriname kan alleen duurzaam vooruit als er structureel wordt ingezet op integriteit, behoorlijk bestuur en smetteloosheid in handelen. Er mag geen ruimte zijn voor eigenbelang, nepotisme, omkoping en corruptie. Transparante verantwoording is een vereiste.
Herstel van de democratie
De nieuwe coalitiepartners hebben benadrukt dat er een nieuwe manier van denken is afgesproken, om tot andere resultaten te komen dan voorheen. Of dit ook een nieuwe vorm van democratie betekent, is vooralsnog onduidelijk. De wijze waarop ministersposten zijn verdeeld, roept zorgen op. Het verdient aanbeveling om kritisch te blijven volgen of deze “nieuwe denkwijze” werkelijk recht doet aan de wil van het Surinaamse volk.
Wat betreft de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting verdienen burgers bescherming, zodat zij zonder angst of vrees hun mening durven te uiten. Er mogen geen barricades meer worden opgeworpen op het volksplein en geen geweld tegen burgers worden gebruikt.
Een goed begin van de nieuwe regeerperiode vereist daadkracht, integriteit, transparantie en het achterwege laten van geruzie over posities. Alleen dan kan het vertrouwen van de bevolking worden herwonnen. Dat velen niet zijn gaan stemmen, is immers het gevolg van wantrouwen, teleurstelling en een gebrek aan vertrouwen in verbetering – zowel van het beleid als van de erbarmelijke sociaaleconomische situatie en de verkwisting van staatsmiddelen.
De nieuwe bestuurders dienen zich, individueel en collectief, bewust te zijn dat goed bestuur naast basisvereisten ook vaardigheid en kennis van het bestuursapparaat vraagt. Heldere beleidsdoelen zijn noodzakelijk, evenals structurele beschikbaarheid van de benodigde middelen. Actualisering en aanscherping van wet- en regelgeving zijn onvermijdelijk. Recht en wet moeten voor eenieder gelden, zonder aanzien des persoons.
Tot slot, ter overdenking twee citaten van Mahatma Gandhi: “Be the change you want to see in the world – wees de verandering die je in de wereld wilt zien.”
“Een rechtvaardig man is rechtvaardig, zelfs in de politiek.”
Roy Harpal