Een hof van beroep in New York heeft een boete van een half miljard dollar (zo’n 430 miljoen euro) geschrapt die Donald Trump moest betalen. Hij werd vorig jaar veroordeeld vanwege financiële fraude. Trump kreeg de boete omdat hij jarenlang zijn vermogen als te groot had voorgesteld aan partijen waarvan hij geld leende of waarmee hij zakendeals sloot, zoals banken en verzekeraars. Daardoor hoefde hij minder rente te betalen.
Trump, die toen nog geen president was, ging in beroep. Het hof heeft nu bepaald dat de rechter destijds terecht de bedrijfscultuur van de gedaagden aan banden legde.
De opgelegde boete is echter “excessief”, schrijven de beroepsrechters in hun vonnis. De boete is volgens hen niet in overeenstemming met het achtste amendement van de Amerikaanse grondwet, waarin buitensporige boetes worden verboden. De vijf rechters waren over veel zaken in de beroepszaak sterk verdeeld, alleen over de te hoge boete waren ze het wel eens.
‘Totale overwinning’
De bepaling dat Trump en zijn twee oudste zonen twee jaar geen functie mogen uitoefenen in de leiding van het familiebedrijf hielden de rechters overeind.
President Trump reageerde in een bericht op sociale media op de uitspraak, die hij een “totale overwinning” noemt. “Ik heb veel respect voor het feit dat het hof de moed had om deze onwettige en schandelijke beslissing, die het bedrijfsleven in de hele staat New York schade heeft berokkend, te verwerpen”, schrijft hij.
Trump heeft de boete overigens nooit betaald. Hij kon dat voorkomen door een borgsom van 175 miljoen dollar over te maken. De partijen kunnen nog verder procederen bij een hoger hof van beroep. De openbaar aanklager heeft al aangekondigd dat te gaan doen.