Het artikel van 4 september 2025 van de heer Amzad Abdoel verdient een kritische lezing. Niet omdat de zorgen over het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) onbelangrijk zouden zijn — integendeel, elke aanwijzing van misstanden moet serieus onderzocht worden — maar omdat de toon en inhoud van het stuk eerder neigen naar karaktermoord dan naar een oprechte zoektocht naar waarheid en oplossingen.
De lezer wordt overspoeld met grove kwalificaties, scheldwoorden en suggestieve beschuldigingen. Zulke stijlfiguren zijn misschien spectaculair voor wie enkel verontwaardiging zoekt, maar ze bieden de samenleving geen helderheid. Integendeel: ze creëren verwarring en polarisatie. Het land schiet daar niets mee op.
Corruptie bestrijden is geen partijkwestie
Ik wil graag duidelijk stellen: corruptie is verwerpelijk en moet altijd worden bestreden. Of het nu gaat om een functionaris van vandaag of gisteren, of iemand uit welke politieke hoek dan ook: wie zich schuldig maakt, moet zich verantwoorden voor de wet. Zoals de gewezen LVV-minister terecht heeft aangegeven: “Als na onderzoek mensen schuldig zijn bevonden, dan zullen die niet gespaard blijven. De VHP is tegen corruptie.”
Dat is het standpunt waar iedere weldenkende burger achter kan staan: integriteit is niet onderhandelbaar en mag niet selectief toegepast worden.
Het selectieve geheugen van Abdoel
Wat mij echter stoort, is de selectieve verontwaardiging van de heer Abdoel. Vandaag doet hij zich voor als de hoeder van moraal en rechtvaardigheid, maar zijn eigen politieke verleden spreekt een ander verhaal.
Waar was zijn stem in de periode 2010–2020, toen Suriname werd meegesleurd in een spiraal van corruptie, nepotisme en wanbeleid? Toen de staatskas leeg werd achtergelaten, miljarden verdwenen in duistere projecten en de samenleving gebukt ging onder economische chaos?
Vergeet niet: de paarse bende heeft huisgehouden bij de Centrale Bank van Suriname en de Surinaamse Postspaarbank. Honderden miljoenen verdwenen, een aantal boeven belandde achter slot en grendel, maar de grootste paarse boef is nog voortvluchtig. De roofpraktijken waren zo omvangrijk dat het jaren duurt om alle betrokkenen voor de rechter te krijgen.
Ook blijkt dat de heer Abdoel door de toenmalige regering-Bouterse werd beloond met een stuk terrein van 14.000 vierkante meter, vermoedelijk voor zijn bijdrage aan de in 2012 aangenomen Amnestiewet in De Nationale Assemblee. Nieuw Front-parlementariër Sheilendra Girjasingh (wijlen) overhandigde in DNA documenten die aantoonden dat het terrein binnen een maand na aanvraag was toegewezen, terwijl ruim 27 andere aanvragen al jarenlang in behandeling waren.
Deze feiten tonen aan dat de verontwaardiging van Abdoel vandaag eerder politiek gemotiveerd en opportunistisch is dan principieel. Zijn kritiek op anderen klinkt ongeloofwaardig wanneer hij zelf persoonlijk heeft geprofiteerd van de systemen die hij nu aanvalt. Het blijft oorverdovend stil wanneer men zoekt naar publieke verontwaardiging van de heer Abdoel uit die jaren. Geen ingezonden stukken, geen vlammende woorden, geen oproepen tot vervolging. Integendeel, vaak werd beleid verdedigd of weggemoffeld. En juist dat maakt zijn huidige felle toon ongeloofwaardig. Het riekt naar opportunisme in plaats van principiële zorg.
Politieke zelfredzaamheid en persoonlijke frustratie
Daar komt bij dat zijn huidige uitspattingen niet los te zien zijn van zijn eigen politieke positie. Het lijkt er sterk op dat de heer Abdoel zichzelf krampachtig probeert op de voorgrond te plaatsen, nadat hij vakkundig naar de achtergrond was weggeschoven. Zijn open sollicitatie naar een functie in het huidige kabinet leverde niets op. Sterker nog: hij uitte publiekelijk zijn teleurstelling daarover.
Dat hij zich nu profileert met felle, opruiende artikelen lijkt minder ingegeven door oprechte zorg voor de samenleving en meer door een drang om opnieuw in de gratie te komen bij de NDP-top. Zijn huidige optreden oogt als een laatste redmiddel om politiek relevant te blijven.
Tot slot
Wat Suriname nodig heeft, is geen herhaling van politieke theaterstukken. We hebben behoefte aan feiten in plaats van scheldwoorden. De waarheid moet boven water komen via onderzoek, niet via verdachtmakingen. Onafhankelijk onderzoek in plaats van selectieve aanvallen. Corruptie moet onderzocht worden, ongeacht de partij of persoon. Gevolgen op basis van bewijs, niet op basis van politieke opportuniteit.
Alleen een consequente aanpak herstelt vertrouwen. Het Surinaamse volk verdient leiderschap dat uitgaat van principes en feiten, niet van persoonlijke frustraties en politiek zelfbehoud.
Fares I. Naipal