De Surinaamse economie blijft kwetsbaar. Ondanks de hervormingen die onder het IMF-programma van de vorige regering zijn doorgevoerd, is er volgens het Suriname Economic Oversight Board (SEOB) nog geen reden tot optimisme. De organisatie voerde in het verleden meerdere gesprekken met de top van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en probeert als adviserend orgaan de economie weer op het juiste spoor te brengen.
Volgens macro-econoom Gavin Ooft, verbonden aan de SEOB, heeft de organisatie de regering herhaaldelijk gewezen op het structurele probleem dat de uitgaven hoger liggen dan de inkomsten. In een gesprek met Radio ABC benadrukte hij dat de inflatie in Suriname recent een stijgende lijn vertoont. Terwijl de inflatie in mei nog rond de 6 procent lag, bedraagt die inmiddels circa 10 procent.
Ooft stelt dat beleidsmakers nu belangrijke beslissingen moeten nemen om de inflatie terug te brengen naar het internationale streefpercentage van onder de 5 procent. “Afhankelijk van het beleid kan de inflatie een single digit beeld vertonen,” aldus Ooft. Hij wijst erop dat vooral inkomstenverhogende maatregelen noodzakelijk zijn.
Daarnaast merkt hij op dat er in het verkiezingsjaar veel is uitgegeven en dat de staatsschuld inmiddels rond de 110 procent van het bruto binnenlands product (bbp) ligt. Deze schuld is mede door koersstijgingen verder opgelopen. Als inkomsten en uitgaven beter op elkaar worden afgestemd, is er volgens Ooft echter geen reden voor een verdere stijging van de schuld.
Over een mogelijk vervolgprogramma met het IMF wilde de econoom geen uitspraken doen. Dat is volgens hem een beslissing die bij de beleidsmakers ligt. Wel benadrukt hij dat het versterken van instituties een essentieel onderdeel vormt van de weg naar economisch herstel.