Nederlandse F-16’s hebben vandaag voor het eerst gevlogen boven het conflictgebied in Irak. In totaal voerden de jachtvliegtuigen twee vluchten uit, steeds met twee toestellen per keer. Er zijn nog geen wapens ingezet. Het ministerie van Defensie heeft dat bekendgemaakt.
De Nederlandse F-16’s testten onder meer hun inzet voor zogeheten ‘close air support’. Daarbij ondersteunen vliegtuigen troepen op de grond. Na zondag zijn de Nederlandse jachtvliegtuigen volledig gereed om ingezet te worden boven Irak, zegt Defensie.
Behalve de ondersteuning van grondtroepen kunnen de F-16’s worden ingezet voor aanvallen op opslagplaatsen van munitie of militair materieel. Ook kunnen ze vijandelijke mortieropstellingen, tanks en andere voertuigen onder vuur nemen.
Nederland zet 8 F-16’s in bij de strijd tegen terreurorganisatie IS. Daarvan zijn 2 toestellen reserve. Het complete F-16-detachement telt ongeveer 250 mannen en vrouwen. Morgen is het detachement op volle sterkte. Daarnaast zendt Nederland tot 130 militairen uit om de Koerdische en Iraakse strijdkrachten te adviseren en trainen.
‘Niet alleen bommen’
Minister Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking onderstreepte vrijdag nog dat Nederland niet alleen bommen afwerpt om IS te vernietigen, maar ook humanitaire hulp geeft aan de circa 1,8 miljoen ontheemden in Noord-Irak.
Waar regeringspartij VVD deze week bij monde van Kamerlid Han ten Broeke benadrukte dat Irak ‘geen opbouwmissie’ wordt, wil Ploumen juist ‘met eigen ogen zien hoe de opvang van honderdduizenden ontheemden is geregeld en hoe het hen vergaat’.
Nederland draagt dit jaar ruim 17 miljoen euro bij aan instanties zoals de Verenigde Naties om de hulp op orde te krijgen. Zij bouwen momenteel 27 vluchtelingenkampen in Noord-Irak en hopen de ontheemden daar nog voor de winter in te krijgen.
Het Parool