De gepensioneerde leider van Cuba, Fidel Castro, heeft in een brief in een krant flink uitgehaald naar de Amerikaanse president Obama, die een week geleden op bezoek was in Cuba.
Castro beschuldigt Obama ervan dat hij zieltjes probeerde te winnen onder de bevolking. Ook vindt hij dat de Amerikaanse leider de resultaten van de communistische regering heeft genegeerd. Castro deed zijn uitspraken in Granma, de krant van de Communistische Partij.
Obama verbleef drie dagen in Cuba en sprak onder anderen met president Raúl Castro, die tien jaar geleden de taken van zijn oudere broer Fidel overnam. Het was de eerste keer in 88 jaar dat een Amerikaanse president Cuba bezocht.
Obama zei in een speech voor het Cubaanse volk dat het tijd is dat beide naties het verleden laten rusten en zich richten op de toekomst. “Als vrienden, buren en familie, samen.”
“We hebben allemaal een hartaanval geriskeerd door naar die woorden te luisteren”, schrijft de 89-jarige Castro in zijn brief. Hij noemt Obama’s woorden “geslijm” en wijst erop dat de Amerikaanse regering heel wat keren heeft geprobeerd om het communistische regime omver te werpen of te verzwakken.
“We hebben geen cadeautjes nodig van het imperium”, schrijft Fidel Castro, doelend op de VS. Zijn haren zouden overeind zijn gaan staan van Obama’s aanbod om Cuba te helpen. Volgens Fidel Castro is Cuba heel goed in staat om zelf voedsel te produceren en materiële rijkdom te creëren met de inspanningen van de eigen mensen.
In zijn brief van 1500 woorden heeft Fidel Castro nog “een bescheiden suggestie” voor Obama. Hij stelt dat “meneer Obama” moet nadenken over zijn eigen acties en geen theorieën moet ontwikkelen over de Cubaanse politiek.
Obama heeft Fidel Castro niet bezocht toen hij in Cuba was en heeft hem niet publiekelijk genoemd.
Fidel Castro kwam in 1959 na een revolutie aan de macht in Cuba en vormde de republiek om tot een communistische staat. Van 1959 tot 1976 was hij minister-president en van 1976 tot 2008 president. Vanwege zijn zwakke gezondheid droeg hij zijn taken in 2006 over aan zijn jongere broer Raúl, die in 2008 werd gekozen tot president.
NOS